In- En Uitschakelen; Werken Met Het Apparaat - FLORABEST FLV 1300 A1 Betriebsanleitung

Bij toenemende slijtage van de messen of
van de verende tanden kan de werkstand
neergelaten worden.
Slijtage herkent u aan een almaar slechter
wordend werkresultaat.
De verstelbare diepte bedraagt per trap
ca. 3 mm. Voor een fijne instelling kunt u
met behulp van de schaalverdeling milli-
meterprecieze aanpassingen doorvoeren.
Het apparaat bevindt zich bij leve-
ring in de transportpositie 0.
Om de werkstand in te stellen, moet het
apparaat uitgeschakeld zijn.
Duw de instelknop (zie
beneden en draai de instelknop in de ge-
wenste positie totdat hij vast klikt (de knop
springt weer naar boven).
De instelknop dient niet om de
hoogte in te stellen, maar om de
slijtage te compenseren. De keuze
van een verstelpositie zonder
overeenkomstige slijtage kan tot
overbelasting van de motor en tot
beschadiging van de wals leiden.

In- en uitschakelen

Let er vóór het inschakelen op dat
het apparaat geen voorwerpen
raakt. Houd voeten en handen op
een veilige afstand van de wals
en van de uitwerpopening. Er be-
staat gevaar voor verwondingen!
D
1. Plaats het apparaat op een ef-
fen grasveld.
2. Steek de stekker van het verlen-
gsnoer in de apparaatcontact-
doos (2) aan het handvat.
3. Voor de trekontlasting vormt u
uit het uiteinde van het verlen-
gsnoer een lus en haakt u deze
in de trekontlasting (19) vast.
A
nr. 13) naar
4. Sluit het apparaat op de net-
spanning aan.
5. Om in te schakelen, drukt u de
ontgrendelknop (1) aan het han-
dvat in en houdt u tegelijkertijd
de starthefboom (3) ingedrukt.
Laat de ontgrendelknop (1) los.
6. Om uit te schakelen, laat u de
starthefboom (3) los.
Bescherming tegen overbelas-
ting: in geval van overbelasting
van het apparaat schakelt de mo-
tor automatisch uit. Laat de start-
hefboom los en start het apparaat
na een afkoeltijd van ongeveer 1
minuut opnieuw.
Opgelet! Wals loopt na het uit-
schakelen na. Kantel of draag het
apparaat niet bij een draaiende
motor en raak de draaiende wals
niet aan.
Er bestaat gevaar voor verwon-
dingen!

Werken met het apparaat

Om een onderhouden gazon te verkrijgen,
bevelen wij u aan, telkens na 4 tot 6 we-
ken te verluchten.
Het verticuteren is een meer intensieve in-
greep dan het verluchten en hoeft daarom
slechts één keer per jaar te gebeuren. Het
beste tijdstip is het voorjaar na het eerste
maaien.
Werk op hellingen altijd haaks
op de helling. Wees uiterst voor-
zichtig bij het achteruitstappen
en het trekken aan het apparaat.
Er bestaat struikelgevaar!
Hoe korter het gazon gemaaid is,
hoe beter het behandeld kan wor-
den. Daardoor wordt het apparaat
minder belast en wordt de levens-
duur van de wals verlengd.
NL BE
25