Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

EINHELL GH-BC 33-4 S Bedienungsanleitung Seite 19

Benzin-motorsense
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GH-BC 33-4 S:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
S-Hinweise_Motorsense_GH-BC_33-4_S_SPK7__ 13.05.13 15:51 Seite 19
af die tijdens het snijden zouden kunnen worden
getroffen of weggeslingerd.
9. Hou elk lichaamsdeel en elk kledingstuk
verwijderd van de draadkop wanneer u de
motor start of laat draaien. Voor het starten van
de motor dient u er zich van te vergewissen dat
de draadkop geen hindernis raakt.
10. Zet de motor af voordat u de snijhoogte
controleert.
11. Berg het toestel ver van ontvlambaar
materiaal op zoals heetwatertoestel met
benzinemotor, klerendroger of kachel voor
vloeibare brandstof, draagbare
verwarmingstoestellen enz.
12. Let er steeds op dat zich in de beschermkap,
draadkop en motor geen voorwerpen van welke
aard dan ook ophopen.
13. De bediening van het toestel moet uitsluitend
worden voorbehouden aan verstandige en
overeenkomstig geïnstrueerde personen.
14. ALS U NIET VERTROUWD BENT MET DE
SNIJPRAKTIJKEN oefent u best de
verschillende werkzaamheden zonder dat de
motor draait.
15. ONTDOE HET WERKGEBIED STEEDS van
voorwerpen zoals blikken, flessen, stenen enz.
Worden voorwerpen geraakt, kan zwaar letsel
van de bedienaar of de omstanders het gevolg
zijn en kan het toestel worden beschadigd.
Wordt een voorwerp per ongeluk geraakt, ZET
DE MOTOR DAN ONMIDDELLIJK AF en ga
na of het toestel schade heeft opgelopen. Neem
het toestel nooit met defecte onderdelen in
gebruik.
16. TRIM OF SNIJ STEEDS MET VERHOOGD
MOTORTOERENTAL. Laat de motor bij het
starten en bij het snijden niet met een laag
toerental draaien.
17. GEBRUIK HET TOESTEL NIET VOOR
ANDERE DOELEINDEN dan voor het trimmen
en snoeien van gras en onkruid.
18. HEF NOOIT DE DRAADKOP tijdens het werk
tot boven kniehoogte op.
19. STEL HET TOESTEL NIET IN WERKING als
andere personen of als dieren in de
onmiddellijke nabijheid verblijven. Neem tijdens
het trimmen of snoeien steeds een
minimumafstand van 15 meter tussen uzelf en
andere personen of dieren in acht. Neem tijdens
het „SCHEREN" met de grastrimmer een
afstand van 30 meter tussen uzelf en andere
personen en dieren in acht.
20. Ga bij het snijden op een helling aan de lage
kant van het snijhulpstuk staan. Snij NOOIT op
een heuvel of helling als u gevaar loopt - al is die
nog zo klein - weg te glijden of geen houvast
meer te hebben.
21. Bij gereedschap met koppeling ervoor zorgen dat
het snijgereedschap bij nullast niet draait.
22. Als er vrij lang met het gereedschap wordt
gewerkt kunnen er zich circulatiestoornissen
(witte vinger syndroom) voordoen als gevolg van
vibratie in de handen van de bedieningspersoon.
Het witte vinger syndroom is een bloedvatziekte
waarbij de kleine bloedvaten aan vingers en
tenen aanvalachtig verkrampen. De betroffen
arealen worden niet meer voorzien van
voldoende bloed en verschijnen bijgevolg
extreem bleek. Vaak gebruik van trillende
toestellen kan bij personen waarvan de
bloeddoorstroming verminderd is (b.v. rokers,
diabetici) aanleiding geven tot aantasting van het
zenuwstelsel. Indien u een ongewone handicap
opmerkt, gelieve dan het werk onmiddellijk stop
te zetten en de dokter te consulteren. Neem de
volgende aanwijzingen in acht om de gevaren te
verminderen:
Houd uw lichaam en vooral de handen bij koud
n
weer warm.
Las regelmatig een pauze in en beweeg daarbij
n
uw handen teneinde de bloeddoorstroming te
bevorderen.
Zorg voor een zo gering mogelijke trilling van de
n
machine door regelmatig onderhoud en door u
ervan te vergewissen dat alle onderdelen goed
vast zitten aan de machine.
Bijkomende instructies
1. GEEN ANDERE BRANDSTOF GEBRUIKEN
dan degene aanbevolen in de handleiding.
Neem steeds de instructies in het hoofdstuk
„brandstof en olie" van deze handleiding in acht.
Gebruik geen benzine waarbij geen
tweetaktmotorolie correct gemengd is. Anders
zou de motor een permanente schade kunnen
worden berokkend waardoor de garantie van de
fabrikant komt te vervallen.
2. NIET ROKEN terwijl u brandstof bijtankt of het
toestel bedient.
3. BEDIEN HET TOESTEL NIET ZONDER
UITLAAT en correct gemonteerde uitlaatkap.
4. Terwijl de motor draait en kort na het uitschakelen
van de motor mag u geenszins de uitlaat, de
bougie of andere metalen onderdelen aanraken,
want dit kan leiden tot zware brandwonden of
elektrische schok.
5. BEDIEN HET TOESTEL NIET MET EEN
ONGEMAKKELIJKE HOUDING, bij ontbrekend
NL
19

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis