Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Beoogd Gebruik - Conrad 97 25 81 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
SATA 5-poort-RAID-controller-kaart
Bestelnr. 97 25 81

Beoogd gebruik

Het product is bestemd voor de aansluiting op een SATA-controller met poort-multiplier-functie.
Er kunnen tot 5 SATA-harddisks d.m.v. één SATA-kabel worden aangedreven.
Dit product voldoet aan de wettelijke, nationale en Europese eisen. Alle voorkomende be-
drijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle
rechten voorbehouden.
Omvang van de levering
• Controllerkaart
• Stroom-Y-kabel
• Low-profi le-slotplaatje
• Engelstalige gebruiksaanwijzing van de fabrikant
• Korte handleiding
Kenmerken
• Hardware-RAID, geen software noodzakelijk
• Er kunnen maximaal 5 SATA-harddisks worden aangesloten
• Verschillende RAID-modi instelbaar
• Verbinding met SATA-controller/mainboard via SATA-aansluiting
• Div. aansluitingen voor LED's
• Stroomvoorziening via pc-netvoedingadapter
Bedieningselementen
1 Aansluiting „P0"
voor SATA-harddisk
13
2 Aansluiting „P1"
voor SATA-harddisk
3 Aansluiting „P2"
voor SATA-harddisk
4 Aansluiting „P3"
voor SATA-harddisk
5 Aansluiting „P4"
voor SATA-harddisk
6 Aansluiting „P5" voor de
verbinding met een SATA-
aansluiting van het mainboard
of de SATA-controller
7 3,5"-stroomaansluiting,
met
pc-netvoedingadapter verbin-
den
8 Aansluitingen „J1" voor toe-
gang-LED's van de betreffen-
de SATA-poorten
9 Aansluitingen „J3" voor error-LED's
van de betreffende SATA-poorten
10 DIP-schakelaar „SW1" voor het instel-
len van de RAID-modus
11 Toets „SW2" voor het wijzigen van de
RAID-modus
12 Piëzo-zoemer voor foutmeldingen
13 Slotplaatje (af te nemen resp. te verwisselen voor een kort slotplaatje voor kleinere pc-
behuizingen)
Let bij de aansluiting van de LED's aan de contactstrips „J1" en „J3" op de juiste
polariteit van de LED's. De aan de rand liggende contactrij is op de printplaat met
„+" gekenmerkt.
www.conrad.com
10
11
6
3
12
7
5
9
8
P5
P0 P1 P2 P3 P4 P5 P0 P1 P2 P3 P4
J1
Selectie van de RAID-modus
Stel voor de inbouw van de controllerkaart via de DIP-schakelaar de gewenste RAID-modus in
(de positie „ON" is op de DIP-schakelaar gekenmerkt):
Versie 06/11
Schakelaar#
3
4
ON
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
Met DIP-schakelaar #1 kan de piëzo-zoemer in- of uit worden geschakeld („ON" =
ingeschakeld, „OFF" = uitgeschakeld).
Met DIP-schakelaar #2 wordt de herstelmodus („REBUILD") geselecteerd („ON" =
nieuwe harddisk wordt op dezelfde aansluiting gestoken, „OFF" = harddisk aan de
laatste aansluiting wordt gebruikt = „SPARE DRIVE").
• „RAID0"
De gegevens worden over twee harde schijven verdeeld. De gegevensoverdrachtsnelheid
wordt verhoogd. De totale capaciteit is gelijk aan het dubbele van de kleinste van de twee
harde schijven. Een RAID0 bestaat steeds uit twee harde schijven. Voorbeelden:
RAID0: HDD0=300 GB, HDD1=500 GB, totaal=600 GB (-> niet aanbevolen!)
HDD0=500 GB, HDD1=500 GB, totaal=1000 GB
• „RAID1"
De gegevens worden gespiegeld, d.w.z. twee harde schijven bevatten telkens dezelfde ge-
gevens. De totale capaciteit is gelijk aan de capaciteit van de kleinste harde schijf.
In het ideale geval zijn er twee dezelfde harde schijven aangesloten (hetzelfde type, dezelfde
capaciteit). In het andere geval wordt de maximale capaciteit door de kleinste van de twee
harde schijven bepaald. Een RAID1 bestaat steeds uit twee harde schijven. Voorbeelden:
RAID1: HDD0=80 GB, HDD1=500 GB, totaal=80 GB (-> niet aanbevolen!)
HDD0=300 GB, HDD1=300 GB, totaal=300 GB
Let op: Als u de jumpers instelt op „RAID1", wordt automatisch een „RAID10" aan-
gemaakt als er 4 harddisks zijn aangesloten.
• „„RAID10" (ook als „RAID0/1" aangeduid)
Dit is een combinatie van RAID0 en RAID1. Daarom zijn er in totaal 4 harde schijven nodig
die gelijksoortig moeten zijn (dezelfde fabrikant, hetzelfde type). Anders wordt de capaciteit
2
kleiner, zoals bij RAID0 of RAID1.
• „RAID5"
1
RAID5 kan zowel een hogere gegevensoverdrachtsnelheid als een beveiliging tegen een
crash van één van de aangesloten harddisks bieden. Er moeten ten minste 3 (indien mogelijk
gelijksoortige) harde schijven worden gebruikt.
4
De capaciteit die voor de gegevens ter beschikking staat kan worden berekend met de
formule x = (n-1)/n („n" staat voor het aantal harddisks). Bij 3 harddisks is dit dus 2/3 van de
totale capaciteit.
Uw gegevens worden net zoals bij RAID0 over alle harde schijven verdeeld. Hetzelfde geldt
voor de parity-informatie. Dit zal bij het schrijven wel een kleinere gegevensoverdracht-
snelheid dan bij RAID0 of RAID10 tot gevolg hebben door het hoger aantal administratieve
verrichtingen (pariteitsinformatie moet gemaakt/berekend en op de harde schijf geschreven
worden).
Het voordeel van RAID5 t.o.v. RAID10: Er wordt één harddisk bespaard.
• „JBOD" (ook als „BIG" aangeduid)
Twee of meerdere harddisks worden tot één grote virtuele harddisk samengevoegd. Voor het
besturingssysteem is het zo alsof er slechts één harddisk is.
• „RAID3"
Hierbij worden de gegevens op een of meerdere harddisks opgeslagen, een extra harddisk
J3
dient uitsluitend voor het opslaan van de parity-gegevens. Deze instelling is alleen voor bij-
zondere toepassingen praktisch.
• „CLONE"
De functie lijkt op „RAID1", alleen bevatten ALLE aangesloten harddisks dezelfde gegevens.
Dit kan bijv. worden gebruikt om dezelfde gegevens op meerdere harddisks te kopiëren.
• „INDIVIDUAL"
Alle aangesloten harddisks werken als individuele harddisks, ofwel de controller-kaart werkt
als een conventionele poort-multiplier.
Voor deze bedrijfsmodus is het noodzakelijk, dat de SATA-controller, waarmee de controller-
kaart via de aansluiting „P5" is verbonden, ook poort-multipliers ondersteunt. Ander wordt
geen resp. alleen een enkele harddisk herkend.
Functie
5
ON
RAID0
OFF
RAID1 & RAID10
OFF
RAID3
OFF
RAID5
ON
CLONE
ON
JBOD
OFF
INDIVIDUAL DRIVES

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis