Technische Gegevens - Conrad CE3 Bedienungsanleitung

Montage van de kentekencamera
m
De kentekencamera is voor de montage aan de achterkant van het voertuig ont-
worpen. Als de camera aan de voorkant van het voertuig wordt geïnstalleerd, kun-
nen beschadigingen door steenslag niet uitgesloten worden. Verlies van waarborg/
garantie!
Controleer bij boringen aan uw voertuig, of hierdoor geen kabels of leidingen
(perslucht- of brandstofleidingen) beschadigd worden. Raadpleeg in geval van twij-
fel een service-werkplaats.
Als er gaten in de carosserie van uw voertuig worden geboord, dan moeten de boor-
spaanders met een stofzuiger opgezogen worden en de blanke metaalplekken met
geschikte voorzieningen (kleur en conserveringspray opbrengen) tegen roest be-
schermd worden.
• Monteer het motorvoertuig-kenteken op uw voertuig en een eventuele reeds aanwezige
motorvoertuigen-kentekenhouder.
• Haal uit het frame van de kentekencamera (afb. 1, punt 1) de klembrug (afb.1, punt 5) over
de gehele lengte eruit. Plaats bij wijze van proef uw kenteken in de houder. Hiervoor moet u
het kenteken van onderaf richting camera inschuiven en aan de onderrand laten vastklikken.
Verwijder het kenteken weer na een positieve test.
• Houd de kentekencamera op de aangewezen montageplaats. Markeer op de kentekencame-
ra de plaatsen van de kentekenhouder, die voor de verschroeving van de kentekencamera
aan het voertuig bepaald zijn. Treft u hierbij in de kentekenhouder niet een reeds bestaand
gat of een gleuf aan, dan moet u met een geschikte boor in schroefafmeting nieuwe gaten
boren
• Controleer, of bij uw voertuig reeds een geschikte opening bestaat resp. gebruikt kan wor-
den, om de aansluitkabel van de kentekencamera (afb.1, punt 6 tot en met 8) in het voertuig
naar binnen te leiden. Anders moet u op een geschikte plaats een passende boring uitvoe-
ren. Om de aan de kabel van de kentekencamera aangebrachte kabelafdichting (afb.1 punt
10) juist te kunnen plaatsen, moet het boorgat een diameter van 22 mm. hebben.
• Nadat u de aansluitkabels van de kentekencamera binnen in het voertuig aangelegd hebt,
moeten de kabels aangesloten worden. Sluit eerst de stroomverzorging van de kenteken-
camera aan. Hiervoor verbind u de DC-verlengkabel, uit de leveringsomvang, met de DC-
stekker (afb.1, punt 6).
• Leg deze kabel richting achteruitrijlamp. Sluit de zwarte kabel aan de massa en de rode kabel
aan de pluspool van de achteruitrijlamp aan. Is de aanwezige kabel niet lang genoeg, dan
moet u de kabel overeenkomstig verlengen.
• Sluit aan de video-uitgang (afb 1, punt 7) een chinch-verlengkabel met passende lengte
aan. Het andere einde van de chinch-verlengingskabel legt u in de richting van de monitor,
die u als kentekencamera bepaald heeft. Sluit de chinch-kabel aan de video-ingang van uw
monitor aan.
• Voer een test uit volgens het volgende punt „Werkwijze van de kentekencamera". Controleer
voor een uiteindelijke montage van de kentekencamera de werkwijze van de camera. Leg
vast, of u het beeldsignaal wilt spiegelen. Voor spiegeling gebruikt u de schakelaar (afb.1
punt 9) die in de bus (afb.1, punt 8) gestoken wordt.
• Is de test tot uw tevredenheid verlopen, dan monteert u de kabelafdichting en de kente-
kencamera met passende schroeven aan uw voertuig. Let op een vaste montage van de
kentekencamera aan uw voertuig en op een correcte bevestiging van de kabelafdichting.
Werkwijze van de kentekencamera
Wordt bij ingeschakeld contact de achteruitversnelling gebruikt, dan branden de achteruitrij-
lampen van uw voertuig. Omdat de kentekencamera aan een van de achteruitrijlampen wordt
aangesloten, gaat dus ook de kentekencamera werken. Op uw monitor verschijnt nu het
achterliggende, door de camera geregistreerde gebied. Door de in de camera geïntegreerde
infrarood-led's, wordt bij duisterheid het achterliggende gebied verlicht en vereenvoudigt het
herkennen van obstakels.
De kentekencamera kan naar beneden gezwenkt worden. Stel de gewenste hoek in en zet
deze instelling vast door het op gevoel vastdraaien van beide schroeven (afb 1, punt 4).
☞
De camera is alleen voor achteruitrijwerking en niet geschikt voor continu gebruik!
Schoonmaken
m
Die camera is volgens de Duitse DIN beschermingsklasse IP67 geconstrueerd. De
kentekencamera is zodoende beschermd tegen het indringen van vuil en water.
Om schade aan de camera door binnendringende waterstralen te voorkomen, is de
reiniging van de camera met een drukwaterreinigingsapparaat (hogedrukstraal) niet
toegestaan. Bij overtreding verlies van waarborg/garantie!
Controleer af en toe de optiek van de camera en reinig deze met een vochtige, pluisvrije doek.
Afvoer
Elektronische apparaten bevatten recyclebare materialen en mogen niet bij het
huishoudelijk afval!
Voer het product aan het einde van zijn levensduur af in overeenstemming met de
geldende wettelijke bepalingen.

Technische gegevens

Sensor .........................................1/3" (8,47 mm) CCP met 512 x 582 Pixel
Videosysteem ..............................PAL
Videosignaal ................................1V/pp / 75 Ohm
Bedrijfsspanning ..........................12 V=
Bedrijfsstroom ..............................ca. 180 mA
Gebruikstemperatuur ...................-20°C +70°C, en max. 95% rel. luchtvochtigheid
Verlichting ....................................4 Infrarood-led's
Registratiehoek ............................ca. 110°
Detectiebereik ..............................max. 3 m
Afmetingen (l x b x h) ...................ca. 522 x 137 x 38 mm
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2013 by Conrad Electronic SE. V2_1213_01/AB