Werbung
6. Bedienelemente und Bedienung
a) Allgemein
1.
Schnellspann-Bohrfutter
2.
Drehmoment-Einstellring
3.
Magnethalter für kleine Schrauben
4.
Drehrichtungsumschalter mit Einschaltsperre
5.
LED für Ladekontrolle
6.
Niederspannungsbuchse zum Anschluss des mitgelieferten Steckerladers
7.
Ein-/Ausschalter
8.
Taste Akku-Statusanzeige
9.
Akku-Statusanzeige
10.
Abnehmbarer Bit-Halter
11.
Strombuchse der Ladestation
12.
Wandmontage-Vorrichtung
b) Werkzeug ins Bohrfutter einsetzen/entnehmen
Aus Sicherheitsgründen ist zuerst der Drehrichtungsumschalter (4) in Mittelstellung zu bringen, damit der Ein-/Ausschalter
(7) blockiert ist.
Öffnen Sie das Bohrfutter, in dem Sie den inneren Ring (D) mit einer Hand festhalten
und den äußeren Ring (C) mit der anderen Hand entgegen dem Uhrzeigersinn
drehen (A, von vorn auf das Bohrfutter gesehen).
Stecken Sie das gewünschte Werkzeug (in der Abbildung ein Bohrer) in das
Bohrfutter.
Drehen Sie das Bohrfutter fest, indem Sie den inneren Ring (D) mit einer Hand
festhalten und den äußeren Ring (C) mit der anderen Hand im
Uhrzeigersinn drehen (B, von vorn auf das Bohrfutter gesehen).
Damit das Werkzeug (z.B. ein Schrauberbit oder ein Bohrer) fest im
Bohrfutter sitzt, sollte dieses mindestens 1cm tief im Bohrfutter sitzen
(Schrauberbits oder kleine Bohrer). Große Bohrer müssen vollständig
eingesteckt werden.
Zum Entnehmen des Werkzeugs gehen Sie wie oben beschrieben vor. Öffnen Sie das Bohrfutter, in dem Sie den inneren Ring (D) mit einer Hand
festhalten und den äußeren Ring (C) mit der anderen Hand entgegen dem Uhrzeigersinn drehen.
c) Funktion des Drehrichtungsumschalters (mit Einschaltsperre)
Über den Drehrichtungsumschalter (4) kann die Drehrichtung zwischen links und
rechts umgeschaltet werden.
Je nachdem, ob Löcher gebohrt werden sollen oder ob eine Schraube
hinein- oder herausgedreht werden soll, ist die richtige Drehrichtung
zu wählen.
In der Mittelstellung blockiert der Drehrichtungsumschalter (4) den Ein-
/Ausschalter (7) und damit den Motor im Akkuschrauber, um einen sicheren
Werkzeugwechsel durchführen zu können.
Schalten Sie nur dann um, wenn der Antrieb des Akkuschraubers vollständig zum Stillstand gekommen ist! Andernfalls
könnte der Antrieb beschädigt werden.
10
6. Bedieningselementen en bediening
a) Algemeen
1.
Snelspan-boorhouder
2.
Draaimoment-instelring
3.
Magneethouder voor kleine schroeven
4.
Draairichtingsomschakelaar met inschakelblokkering
5.
LED voor laadcontrole
6.
Stroomvergaarbak op draadloze schroevendraaier
7.
Aan/uit-schakelaar
8.
Indicatieknop batterijstatus
9.
Indicatoren batterijstatus
10.
Loskoppelbare onderdelenhouder
11.
Stroomvergaarbak op laadstand
12.
Muurbevestiging
b) Werktuig in de boorhouder inzetten/ontnemen
Uit veiligheidsredenen dient eerst de draairichtingsomschakelaar (4) in middelste positie te worden gebracht, omdat de
aan-/uitschakelaar (7) geblokkeerd is.
Open de boorhouder, door de binnenste ring (D) met een hand vast te houden en de
buitenste ring (C) met de andere hand tegen de wijzers van de klok in te draaien (A,
van voren op de boorhouder gezien).
Steek het gewenste werktuig (in de afbeelding een boor) in de boorhouder.
Draai de boorhouder vast, door de binnenste ring (D) met een hand vast te houden
en de buitenste ring (C) met de andere hand tegen de wijzers van de klok in te
draaien (B, van voren op de boorhouder gezien).
Opdat het werktuig (bv een schroeverbit of een boor) vast in de
boorhouder zit, dient dit ten minste 1 cm diep in de boorhouder te
zitten (schroefbits of kleine boor). Grote boren moeten geheel worden
ingestoken.
Bild 2
Bild 2
Voor het ontnemen van het werktuig ga op de boven beschreven manier te werk.
Open de boorhouder, door de binnenste ring (D) met een hand vast te houden en de buitenste ring (C) met de andere hand tegen de wijzers
van de klok in te draaien.
c) Werking van de draairichtingsomschakelaar (met inschakelblokkering)
Via de draairichtingsomschakelaar (4) kan de draairichting tussen links en rechts
worden omgeschakeld.
Naarmate de vraag of de gaten geboord dienen te worden of of een
schroef erin- of eruit dient te worden gedraaid, dient de juiste
draairichting te worden gekozen.
In de gemiddelse positie blokkeert de draairichtingsomschakelaar (4) de in-
/uitschakelaar (7) en daarmee de motor in de accuschroevendraaier, om een
veilige werktuigwissel te kunnen uitvoeren.
Bild 3
Bild 3
Schakel slechts dan om, wanneer de aandrijving van de accuschroevendraaier geheel tot stilstand is gekomen! Anders zou
de aandrijving kunnen worden beschadigd.
Afbeelding 2
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Afbeelding 3
43
Werbung
Kapitel
Fehlerbehebung
