Ingebruikname; Automatische Werking; Handmatige Werking; Onderhoud En Reiniging - Conrad 55 12 21 Bedienungsanleitung

U moet in ieder geval vermijden dat de pomp droogloopt. (Gebruik van de pomp zonder water in het
pomphuis.)
Bij een stroomuitval moet u de pomp uitschakelen of de stekker uit de contactdoos halen om het apparaat
van het lichtnet los te koppelen.

8. Ingebruikname

a) Automatische werking
Verbind de geaarde stekker van de pomp met een geaarde contactdoos. Zodra de vlotterschakelaar blijft drijven
(horizontaal ligt), d.w.z. bij een juiste fixering en vanaf een waterdiepte van ca. 7 cm, zal de pomp beginnen te
werken. Als de waterstand onder ca. 5 tot 6 cm zakt (vlotterschakelaar "kantelt" naar voren), zal de pomp automatisch
uitschakelen.
Als u de pomp van het lichtnet loskoppelt, mag u nooit aan het netsnoer trekken. Trek enkel de stekker uit
de contactdoos (de stekker moet droog zijn).
Indien u de pomp niet gebruikt, mag u deze nooit aan het netsnoer ophangen om beschadigingen of zelfs
de vernieling van het apparaat te voorkomen.
Indien u met de pomp vloeistoffen wegpompt die bezinksels achterlaten, moet u de pomp na gebruik
grondig spoelen met zuiver water.
Zand, slib of zwevende deeltjes in het water kunnen de capaciteit van de pomp aanzienlijk verminderen.
Let erop, dat er geen steentjes aangezogen worden die groter zijn dan ca. 35 mm (zoals b.v. kiezelsteentjes)
daar deze het turbinewiel kunnen blokkeren.
b) Handmatige werking
De pomp kan ook handmatig in werking gesteld worden, d.w.z. de vlotterschakelaar wordt hoger gelegd (via de klem
aan de greep) of hoog gehouden. Plaats de pomp in het water en verbind de (droge!) stekker met het lichtnet. De
pomp beschikt over een voorziening die de pomp automatisch ontlucht zodat binnen relatief korte tijd de volledige
pompcapaciteit ter beschikking staat.
Bij de handmatige werking kan het gebeuren dat de waterstand onder de minimale waterdiepte zakt. De
pomp zal niet automatisch uitschakelen. Koppel daarom de pomp los van het lichtnet zodra de waterdiepte
onder ca. 5 cm ligt. In het andere geval zal de pomp te lang drooglopen en eventueel beschadigd worden.

9. Onderhoud en reiniging

• Er zijn geen onderdelen in de afvalwaterpomp die door u onderhouden moeten worden. U mag de pomp daarom
nooit openen of demonteren. De afvalwaterpomp mag alleen door een vakman of een reparatiedienst onderhouden
en gerepareerd worden. Er mogen alleen originele vervangonderdelen worden gebruikt.
• Voordat de afvalwaterpomp gereinigd wordt, dient het van de netspanning losgekoppeld te worden (trek de stekker
uit het stopcontact).
• Gebruik evt. geschikte beschermkledij om bij de omgang met de vervuilde pompvloeistof, resp. afvalwaterpomp
gevaar voor de gezondheid uit te sluiten.
• Gebruik voor de reiniging van de buitenkant van de afvalwaterpomp een schone, zachte doek. Spoel de buitenkant
evt. met helder, zuiver water af.
37