Bediening; Automatische Modus - MC Crypt GLPS6-RGY Bedienungsanleitung

10. Aansluiting op het elektrische net
• Steek de IEC-plug van het elektrische netsnoer in de netaansluiting (8) van het apparaat.
• Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
• De stroomtoevoer naar de laser wordt met de netschakelaar (6) aan- en uitgezet.
- Stand I: stroomtoevoer aangezet
- Stand O: stroomtoevoer uitgezet.
• Staat de stroomtoevoer aan dan licht de indicator POWER (16) op die zich aan de voorkant van het apparaat bevindt.
• Om de laser te activeren en de laserstraal vrij te geven moet aan twee voorwaarden worden voldaan:
- Veiligheidsvergrendeling gedeactiveerd (contact bij aansluiting REMOTE (5) open)
- Sleutelschakelaar LOCK (4) aangezet (Stand ON)

11. Bediening

De door de ondernemer aangewezen persoon verantwoordelijk voor de laserveiligheid moet telkens als
het laserapparaat in gebruik wordt genomen aanwezig zijn en het gebruik sturen en bewaken.
a) Aan- en uitzetten van de laser
Om het lasereffect aan te zetten, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De netschakelaar (6) moet aan staan (stand I).
• De veiligheidsvergrendeling die aangesloten is op de aansluiting REMOTE (5), moet gedeactiveerd zijn (contact moet
open staan).
• De sleutelschakelaar LOCK (4) moet in stand ON staan.
• Schakel de laser na gebruik uit door de sleutelschakelaar LOCK op stand OFF te zetten en de netschakelaar uit te zetten
(stand O).
Als de laser niet gebruikt wordt, moet de sleutel uit de sleutelschakelaar LOCK verwijderd worden.
Bewaar de sleutel op een veilige plek zodat onbevoegd gebruik verhinderd wordt.
Bovendien moet het apparaat, als het niet wordt gebruikt, van het stroomnet worden losgekoppeld
(stekker uit het stopcontact trekken).
Onbeheerd gebruik moet absoluut worden voorkomen.
De werkingsmodus kan met behulp van de LED-display (14) en de bedientoetsen FUNC, UP, DOWN en ENTER (12)
ingesteld worden:
• FUNC dient om door het hoofdmenu te navigeren
• UP en DOWN veranderen de modus, de gevoeligheid van de microfoon of de DMX-adressen.
• ENTER bevestigt de gemaakte keuze.
b) Automatische modus
• Druk op de toets FUNC tot een van de volgende afkortingen in het LED-paneel knippert: AUN, Sod, AUd, SoP, AUP, SoN.
• Kies met de toetsen UP/DOWN een van de drie automatische modussen uit:
- AUN: mix van motief- en rastereffecten
- AUd: rastereffecten
- AUP: motiefeffecten
• Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
• De laser werkt nu in een automatische modus en projecteert de voorgeprogrammeerde laserrasters.
68