Conrad V-629 Bedienungsanleitung Seite 15

Bij materiële of persoonlijke schade, die door onei-
genlijk gebruik of niet inachtneming van de veilig-
heidsvoorschriften veroorzaakt wordt, aanvaarden
wij geen aansprakelijkheid. In zulke gevallen vervalt
elk recht op garantie.
Het apparaat is volgens veiligheidsklasse II opgebouwd. De twee-
polige euro-aansluitkabel is permanent met de behuizing verbon-
den. Men moet erop letten, dat de isolatie (van de behuizing resp.
van de aansluitkabel) niet beschadigd wordt.
Lader en toebehoren horen niet in kinderhanden thuis!
In bedrijven gelden de veiligheidsvoorschriften van de bond van
industriële bedrijfsverenigingen voor electrische installaties en be-
drijfsmiddelen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf werk-
plaatsen is het gebruik van laders en toebehoren alleen onder toe-
zicht van geschoold personeel toegestaan.
Neem de universele lader alleen in gebruik, wanneer de behuizing
veilig gesloten en dichtgeschroefd is.
Laders mogen niet zonder toezicht gebruikt worden.
In geval van een storing kunnen net- en laderapparaten een gelijk-
spanning afgeven van groter als 50 V, hetgeen een gevaarlijk kan
zijn, zelfs als de aangegeven uitgangsspanningen op de apparaten
lager liggen.
Bij werkzaamheden onder spanning mogen slechts uitdrukkelijk
daarvoor bestemde gereedschappen gebruikt worden.
Vermijd het gebruik onder slechte omstandigheden. Deze leiden tot
beschadiging van de gevoelige electronica in de lader en dus tot
een eventueel gevaar voor het leven van de gebruiker. Slechte om-
standigheden zijn:
- te hoge luchtvochtigheid (> 75 % rel., condenserend)
- natte omgeving
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, benzine
28
- te hoge omgevingstemperaturen (> ca. +40 °C)
- sterke electromagnetische (motoren of transformatoren) en/of
electrostatische (opladingen) velden
Let steeds tijdens het opladen van batterijen op de oplaadvoor-
schriften van de betreffende batterij-fabrikant.
Bij oneigenlijk gebruik (te hoge oplaadstromen of verkeerd-om
plaatsen) kan de batterij overbeladen of zelfs onherstelbaar be-
schadigd worden. In het ergste geval kan de batterij exploderen en
daardoor aanzienlijke schade aanrichten.
Houdt u zenders (draadloze telefonen, zenders voor modelbouw
etc.) uit de buurt van de lader, omdat de invallende zenderstraling
tot verstoring van de laadvoortgang of zelfs tot onherstelbare
schade aan de lader en dus ook aan de batterij leiden kan.
Defecte/niet meer oplaadbare batterijen moeten naar het chemisch
afval (milieuparken) worden gebracht en horen niet thuis in het
huisvuil.
Het verplaatsen van niet geïsoleerde draden en contacten moet
worden vermeden. Zulke onderdelen moeten met behulp van ge-
schikte, moeilijk ontvlambare isolatiematerialen of andere maatre-
gelen worden afgedekt om zodoende tegen directe aanraking af te
schermen. Ook de electrisch geleidende delen van een aange-
sloten verbruiker moeten door adequate maatregelen tegen directe
aanraking afgeschermd worden.
Als blijkt, dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, dan moet
men het apparaat buiten werking zetten en tegen onbedoeld inge-
bruikname beveiligen. Men mag ervan uitgaan, dat een veilig ge-
bruik niet meer mogelijk is, als
- het apparaat zichtbare beschadigingen toont,
- het apparaat niet meer functioneert en
- na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden of
- na zware transportcondities.
Sluit uw universele lader nooit direct op het lichtnet aan wanneer
het vanuit een koude omgeving naar een warme omgeving ge-
29