Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te
passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u
wilt aanpassen.
•
Meer bijzonderheden over bas en treble
vindt u op bladzijde 20.
Bijv.: Als u "BEAT" aanpast
2
Selecteer "BAS" (bas), "TRE"
(treble) of "LOUD" (loudness).
Bijv.: Als u "TRE" (treble) aanpast
3
Pas het niveau van de bas of hoge
tonen aan of schakel de
geluidssterktefunctie ON/OFF.
•
Meer bijzonderheden over bas en treble
vindt u op bladzijde 19.
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van lage of
hoge tonen aanpast.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere
items wilt aanpassen.
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt
tot de geluidsmodus van uw keuze op
de display knippert.
De wijziging van de geselecteerde
geluidsbesturingsmodus wordt nu in
het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere
geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 20.
21