Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan
uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen
op te slaan (USER 1, USER 2 en USER 3).
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op BAND MODE (M).
BAND
MODE
M
2
Druk op EQ (equalizer) terwijl "MODE"
nog op het display wordt getoond.
De laatst gekozen geluidsfunctie
EQ
wordt opgeroepen.
1
7
3
Selecteer de geluidsmodus die u wilt
aanpassen.
4
Kies de in te stellen
geluidsonderdelen.
SEL
S
LOW FREQ.* = LOW WIDTH = LOW LEVEL =
MID FREQ.* = MID WIDTH = MID LEVEL =
HIGH FREQ.* = HIGH LEVEL =
(terug naar het begin)
FREQ. (LOW, MID, HIGH):
Selecteer de middenfrequentie.
WIDTH (LOW, MID):
Selecteer de bandbreedte (Q).
LEVEL (LOW, MID, HIGH):
Pas het verbeteringsniveau aan.
30
"MODE" verschijnt op het
display.
Bijv.: Indien u hiervoor "JAZZ"
had gekozen
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, wordt er een
ander geluidselement
geselecteerd om aan te
passen, en wel in deze
volgorde:
* Door op de toets
te drukken, kunt u rechtstreeks te
volgende keuzes maken:
LOW FREQ.
5
Het geselecteerde geluidselement
aanpassen.
• Raadpleeg de
6
Herhaal stap 4 en 5 als u nog andere
geluidselementen wilt aanpassen.
7
Selecteer een van de door de
gebruiker zelf opgegeven
geluidsmodi (USER 1, USER 2,
USER 3).
EQ
1
7
8
Druk op de toets EQ om de
aanpassingen op te slaan.
"MEMORY" wordt even getoond.
EQ
1
7
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 49.
Vooraf ingestelde waarden
Indicatie
LOW
50 Hz
FREQ.
80 Hz
120 Hz
1 (min.)
WIDTH
|
4 (max.)
–06 (min.) –06 (min.)
|
LEVEL
+06 (max.) +06 (max.) +06 (max.)
¢ of 4
,
MID FREQ.
HIGH FREQ.
onderstaande tabel als u
het geselecteerde
geluidselement wilt
aanpassen.
MID
HIGH
700 Hz
8 kHz
1 kHz
12 kHz
2 kHz
1 (min.)
|
2 (max.)
–06 (min.)
|
|