Stilstaande Beelden/Bewegende Beelden Opnemen - Sony DSC-W1/W2 Bedienungsanleitung

Symptoom
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De camera schakelt
plotseling uit.

Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen

Symptoom
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCD-
scherm.
Het LCD-scherm wordt
blauw en het onderwerp
wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van
bewegende beelden.
Het beeld is onscherp.
Oorzaak
• De batterijen zijn niet op de juiste wijze
geplaatst.
• De netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is niet
goed aangesloten.
• De batterijen zijn leeg.
• De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
• Als u de camera gedurende ongeveer drie
minuten niet bedient terwijl deze is
ingeschakeld, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen
leeg raken (blz. 17).
• De batterijen zijn leeg.
Oorzaak
• De laatste keer toen u de camera gebruikte werd
deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
• De modusdraaiknop staat op SET UP of
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op
de A/V OUT (MONO) aansluiting.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
• De modusdraaiknop staat in de stand
bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
Oplossing
p Plaats de batterijen op de juiste wijze (blz. 13).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 16).
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
p Schakel de camera weer in (blz. 17).
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
Oplossing
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 32).
p Stel in op een andere functie dan SET UP of
.
p Koppel de audio/video-aansluitkabel los.
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
p Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg bij het
opnemen dat u de lens verder van het onderwerp positioneert
dan de kortste opnameafstand (blz. 28).
p Stel in op een andere functie dan
of
p Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 50).
(blz. 10).
of (blz. 36).
NL
97