Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Dichtbijopnamen / Macro-Opnamen; Flitssynchronisatie; Normale Synchronisatie; Synchronisatie Bij Het Dichtgaan Van De Sluiter (Rear-Functie) - Canon metz 44 AF 4 c Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

4.5.2 Dichtbijopnamen / macro-opnamen

Om parallaxfouten te compenseren kan de reflector van de flitser -7º naar
beneden worden gezwenkt. Druk, om de kop van de reflector te zwenken,
op de ontgrendelknop en richt de reflector naar beneden.
Bij opnamen in het dichtbijbereik moet u erop letten, dat bij het opnemen be-
paalde minimumafstanden aangehouden moeten worden om te ruime belich-
ting van het onderwerp te vermijden.
De minimale flitsafstand bedraagt ong. 10 procent van de in het LC-dis-
play aangegeven reikwijdte. Daar er bij het naar beneden gezwenkte
reflector in het LC-display geen reikwijdte wordt aangegeven moet u
zich oriënteren aan de reikwijdte die de flitser aangeeft als de reflector
zich in de normale stand bevindt.

4.6 Flitssynchronisatie

4.6.1 Normale synchronisatie (Afb. 10)
Bij de normale synchronisatie wordt de flitser ontstoken aan het begin van de
belichting, dus zodra de sluiter geheel openstaat (= synchronisatie bij het
opengaan van de sluiter). De normale synchronisatie is de standaardfunctie
en wordt door alle camera's ondersteund. Deze methode is voor de meeste
flitsfoto's dan ook de meest geschikte. De camera wordt, afhankelijk van de
ingestelde functie, naar de flitssynchronisatietijd van de camera omgescha-
keld. Normaliter zijn dat de belichtingstijden tussen 1/30 s. en 1/125 s. (zie
de gebruiksaanwijzing van uw camera). Op de flitser hoeft voor deze functie
geen instelling plaats te vinden.
4.6.2 Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter (REAR-functie) (Afb. 11)
Sommige camera's bieden ook de mogelijkheid tot synchronisatie op een
moment vlak vùùrdat de sluiter begint dicht te gaan (REAR-functie). Daarbij
wordt de flits pas afgevuurd aan het einde van de belichtingstijd. Dit is voo-
ral bij belichtingen met lange belichtingstijden (langer dan bijv. 1/30 secon-
de) en bewegende onderwerpen die een eigen lichtbron met zich meevoeren
een voordeel, omdat deze dan een 'lichtstaart' achter zich aan trekken in
plaats van - zoals bij de synchronisatie bij het opengaan van de sluiter -
48
voor zich uit opbouwen. Bij het synchroniseren op het moment van dichtgaan
van de sluiter krijgt u dan een meer 'natuurlijke' weergave van de opnamesi-
tuatie. Afhankelijk van de op de camera ingestelde functie stuurt deze lange-
re belichtingstijden dan zijn flitssynchronisatietijd aan.
De REAR-functie is alleen te kiezen en in te stellen als de flitser is aan-
gebracht op een camera die deze functie ondersteunt. De camera moet
voor het oproepen en instellen van deze functie ingeschakeld zijn! Er
moet bovendien, door het kort aantippen van de ontspanknop minstens
éénmaal een gegevensoverdracht tussen camera en flitser plaats heb-
ben gevonden. Bij sommige camera's is in bepaalde functies (bijv. bij
'groen, geheel automatisch geprogrammeerd' of de onderwerpspro-
gramma's) de REAR-functie niet mogelijk. De REAR-functie is dan niet te
kiezen, c.q. de REAR-functie wordt automatisch uitgeschakeld. Zie hier-
voor ook de gebruiksaanwijzing van uw camera.
De REAR-functie is op de flitser niet te kiezen of in te stellen als de FP-syn-
chronisatie bij korte tijd (HSS) is geactiveerd. Om de REAR-functie te kun-
nen gebruiken, moet u de HSS-functie uitschakelen (zie 4.6.4)!
Inschakelen van de REAR-functie
• Druk zo vaak op de toetsencombinatie 'Select' (= 'Mode'-toets + 'Zoom'-
toets), dat in het LC-display 'REAR' verschijnt;
• druk zo vaak op de 'Zoom'-toets, dat in het LC-display 'On' knippert;
• de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. schakelt het LC-dis-
play weer naar de normale weergave terug.
Het symbool 'REAR' voor de synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
blijft na de instelling in het LC-display van de flitser aangegeven!
Gebruik bij langere belichtingstijden altijd een statief om bewegen
van de camera tijdens het opnemen te voorkomen. Schakel deze func-
tie na de opname weer uit, omdat anders ook voor 'normale' flitsop-
namen ongewenst lange belichtingstijden worden gebruikt zouden
kunnen worden.
Uitschakelen van de REAR-functie
• Druk zo vaak op de toetsencombinatie 'Select' (= 'Mode'-toets + 'Zoom'-

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis