Herunterladen Diese Seite drucken

Senco SLP 20 GN Anleitung Seite 32

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

3.6
Ontkoppelingssysteem
Dit toestel is gemarkeerd met een omgekeerde driehoek∇ en mag dus niet gebruikt
worden zonder een goed werkende veiligheid.
Dit toestel is uitgerust met een individuele trekker en een ontkoppelingsveiligheid.
Het apparaat functioneert pas wanneer de ontkoppelingsveiligheid (2) op het te bewerken stuk geplaatst
wordt en de trekker (5) vervolgens geactiveerd wordt. Alvorens een volgend hechtingsproces te starten,
controleren of de trekker weer in zijn startpositie staat.
3.7
Vereiste specificaties voor raamprofielen.
Het
raamprofielen te bevestigen.
Voor een optimale fixatie en om incidenten evenals problemen met de
isolatie van de afdichting te vermijden, raden wij aan om
raamprofielen te gebruiken die conform zijn aan de afmetingen,
vermeld op de tekening hiernaast.
4
Ingebruikname van het toestel
Om een optimale werking van het toestel te verkrijgen, is het noodzakelijk om voldoende
gefilterde en droge perslucht te gebruiken.
Wanneer de luchtdruk in de leidingen van het toestel groter is dan de maximaal toegelaten
druk van het toestel (zie hfdst.1), is het aangeraden aan de toevoerleiding van het toestel
een drukregelventiel te plaatsen, met afwaartse luchtdrukbegrenzer.
4.1
Instructies voor de installatie van de compressor
Tijdens de productie van perslucht door compressoren, condenseert de luchtdruk in het drukreservoir
en in de leidingen. Deze condensatie dient verwijderd te worden door een ontluchtingskraan, die alle
dagen moet nagekeken en ontlucht worden indien nodig, om corrosie in de compressor en het toestel
te vermijden en zo slijtage tegen te gaan.
Het is belangrijk dat de compressoren groot genoeg zijn voor de resulterende druk en het
luchtdrukvolume nodig voor het geplande verbruik. Wanneer de doorsnede van de leidingen te klein
is in vergelijking met hun lengte of in geval van overbelasting van de compressor kan een plotse
luchtdrukval ontstaan.
Het is belangrijk dat de luchtdrukleidingen die vastgezet zijn een binnendiameter hebben van
minimum 19 mm. Voor langere leidingen of wanneer meerdere compressoren naast elkaar werken, is
een grotere diameter nodig.
De luchtdrukleidingen moeten met een bepaalde buiging geïnstalleerd worden. (Het hoogste punt aan
de zijkant van de compressor). De ontluchtingskraan moet op het laagste punt gemonteerd worden,
zodat deze gemakkelijk toegankelijk is.
De uitgangen van de compressor moeten van boven uit aangesloten worden met de leidingen.
De voorziene uitgangen voor het toestel moeten uitgerust worden met een filter of ontluchtingskraan.
4.2
Persluchtaansluiting
¬ Verzeker u ervan dat de luchtdruk niet hoger is dan de maximaal toegelaten druk. (zie hfdst.1).
­ Regel in eerste instantie de luchtdruk lager dan de aanbevolen druk.(zie hfdst.1).
® Maak het magazijn leeg (zie hfdst 4.3) om te vermijden dat er projectielen afgeschoten worden.
¯ Verbind het toestel met de persluchtbron aan de hand van een flexibele slang specifiek voor perslucht
gemaakt en uitgerust met snelkoppelingen.
toestel
enkel
gebruiken
om
ingesloten
6

Werbung

loading