Er is ruis of het geluid slaat over.
Als u ook een ander S-AIR-
hoofdapparaat gebruikt, stelt u deze
meer dan 8 meter uit de buurt van het
hoofdapparaat.
Stel het hoofdapparaat en de
subapparaten dichter bij elkaar op.
Stop het gebruik van apparaten die
elektromagnetische energie genereren,
zoals een magnetron.
Stel zodanig op dat het hoofdapparaat
en de subapparaten gescheiden zijn van
andere draadloze apparaten.
Stop het gebruik van andere draadloze
apparaten.
Verander de instellingen van het S-
AIR-ID van het hoofdapparaat en de
subapparaten.
Leg geen mobiele telefoon vlakbij het
hoofdapparaat en de subapparaten
omdat hierdoor ruis kan ontstaan.
Verander de instelling van RF
CHANGE op het hoofdapparaat
(pag. 20).
iPod
Er is geen geluid.
Controleer dat de iPod stevig is
aangesloten.
Zorg ervoor dat de iPod muziek
weergeeft.
Stel het volumeniveau in op de
subapparaten.
Update uw iPod met de meest recente
softwareversie.
NL
De iPod kan niet worden bediend
op het hoofdapparaat of de
subapparaten.
Controleer of de iPod en het
hoofdapparaat op de juiste wijze op
elkaar zijn aangesloten, en of het
hoofdapparaat en de subapparaten
op de juiste wijze met elkaar zijn
verbonden.
Afhankelijk van het model iPod
dat u gebruikt en de status ervan,
kan het onmogelijk zijn de iPod te
bedienen met het hoofdapparaat of de
subapparaten.
Update uw iPod met de meest recente
softwareversie.
Het geluid is vervormd.
Verlaag het volumeniveau van de
subapparaten.
Stel de "EQ"-instelling van de iPod in
op "Uit" of "Neutraal".
De iPod kan niet worden opgeladen.
Controleer dat de iPod stevig is
aangesloten.
Controleer of het netsnoer stevig is
aangesloten en het hoofdapparaat is
ingeschakeld.
De trackinformatie van de iPod kan
niet worden verkregen.
Afhankelijk van het model iPod dat u
gebruikt en de status ervan, kan het
onmogelijk zijn de trackinformatie
van de iPod tijdens weergave goed te
verkrijgen.
Maximaal 16 tekens kunnen worden
afgebeeld op het display van de
subapparaten.
Controleer of de trackinformatie is
ingevoerd in de iPod.