Persoonlijke Bescherming - Fein KBM 65 QF Handbuch

3 41 01 018 06 7 - Buch Seite 36 Dienstag, 16. März 2004 7:47 07
NL

Persoonlijke bescherming.

Draag bij werkzaamheden met deze
machine de volgende beschermende uit-
rusting:
Draag een veiligheidsbril, stevige schoe-
nen, gehoorbescherming en haarnet (bij
lang haar), indien nodig ook een schort en
helm.
Bediening.
De spanenbescherming (13) moet altijd
gemonteerd zijn om de gebruiker
tegen spanen te beschermen.
Het opstellingsoppervlak voor de mag-
neetvoet moet vlak, schoon en roestvrij
zijn. Verwijder lak- en plamuurlagen.
Voor niet-magnetiseerbare materialen is
de kernboormachine niet geschikt.
Wanneer de magnetische bevestigings-
kracht ook bij staalmateriaal met een dikte
van minder dan 12 mm gewaarborgd
moet zijn, dient het werkstuk met een
extra staalplaat te worden versterkt.
Gebruik het juiste toerental volgens de
tabel.
Controleer voor alle werkzaamheden de
koelmiddelpomp (l) ter ondersteuning
van de koeling. Als koelmiddel moet pom-
pbaar koelsmeermiddel worden gebruikt.
!
Verwondingsgevaar!
Gevaar voor een elektrische schok
Voorkom bij werkzaamheden aan muur
en plafond het binnendringen van vloei-
stof, bijvoorbeeld koelvloeistof, in de
kernboormachine.
Advies: werk zonder koelmiddel.
36
KBM 65 Q / KBM 65 QF
In- en uitschakelen.
Controleer eerst kabel en stekker op
beschadigingen.
Zet de magneetschakelaar (4) in de
aan-stand, zodat de magneet vasthecht
en de bevestiging van de boorstandaard
gewaarborgd wordt.
Bevestig de eenheid met de span-
riem (k) bij werkzaamheden aan muren
en plafonds.
Boormotor inschakelen.
De motor start alleen als eerst de mag-
neetschakelaar (4) en vervolgens de
motorschakelaar (9) in de aan-stand
wordt gezet.
De magneetvoet (8) wordt bewaakt door
een stroomsensor. Wanneer de magneet-
voet (8) defect is, loopt de motor niet.
Wanneer de motor overbelast raakt,
wordt de elektronica automatisch uitge-
schakeld. Door het uitschakelen en weer
inschakelen van de motorschakelaar (9)
kan de motor weer in gebruik worden
genomen.
Een beschermingsschakeling voorkomt
het starten wanneer de stroomtoevoer na
een onderbreking wordt hersteld of wan-
neer de stekker in het stopcontact wordt
gestoken terwijl de motorschakelaar (9)
in de aan-stand staat. Schakel voor de
ingebruikneming de motorschakelaar (9)
uit en schakel deze opnieuw in.