Buitengebruikstelling - Renkforce 1337764 Bedienungsanleitung

• Zet de tuinpomp aan (schakelstand I). De tuinpomp begint nu te pompen.
Als de aanzuigslang en de tuinpomp zoals eerder beschreven met water gevuld zijn, moet de tuinpomp
na een paar seconden water uit de drukzijde pompen.
Open de aangesloten spuit, sproeier, sproeistaaf of beregener zodat de lucht ontwijken en water
gepompt kan worden.
• De tuinpomp wordt door het pompen van het water tegelijkertijd ook gekoeld. Desondanks is de tuinpomp
niet geschikt voor continubedrijf. Wij raden u aan de tuinpomp na maximaal 60 minuten uit te schakelen
en volledig af te laten koelen voordat u de pomp opnieuw gaat gebruiken.
Als er zich nog lucht in de tuinpomp en de slang bevindt, wordt er geen water gepompt. Schakel
de pomp uit als er na een minuut nog steeds geen water gepompt wordt.
Installeer aan het einde van de zuigslang (die zich bijv. in een waterput bevindt) een terugslagstop.
Dit vergemakkelijkt het oppompen, in het bijzonder bij grotere oppomphoogten.
Vul de aanzuigleiding en de tuinpomp met schoon water en start het pompen opnieuw.
• Om de tuinpomp uit te zetten, zet u de aan-/uitschakelaar op stand O.

9. Buitengebruikstelling

Ga als volgt te werk als u de tuinpomp los wil koppelen van de slang (bijv. voor schoonmaken, onderhoud
of bij opslag in de winter):
• Zet de tuinpomp uit. Trek vervolgens de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Ontkoppel de slangen die aan de tuinpomp zijn aangesloten.
• Om het water uit de tuinpomp te laten lopen, draait u eerst de afsluitdop van de leegloopopening los en
verwijdert u deze. Houd de tuinpomp dan scheef tot er geen water meer uitloopt.
• Droog de tuinpomp en het elektrische snoer af. Wind dan het elektrische snoer op.
• Bewaar de tuinpomp in een droge, vorstvrije ruimte binnen.
Zorg er om vorstschade te vermijden ook voor dat er geen water meer zit in slangen die
buitenshuis geïnstalleerd zijn. Open daartoe eventueel aangebrachte tapkranen.
• Draag en transporteer de tuinpomp alleen door hem aan de draaggreep vast te pakken. Trek nooit aan
het elektrische snoer of aan een slang om de tuinpomp te verplaatsen.
• Na gebruik of leegmaken, blijft er altijd een kleine hoeveelheid water in de tuinpomp achter. Gebruik
daarom als bescherming tegen waterlekken of andere schade een geschikte ondergrond als u de
tuinpomp opbergt of in een voertuig transporteert.
46