Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Husqvarna Master 46 Betriebsanleitung Seite 31

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Master 46:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14
Voorbereiding
1.
Maai het gras nooit op blote voeten of met
sandalen aan. Draag altijd geschikte kleding,
handschoenen en stevige schoenen.
2.
Het gebruik van oorbeschermers wordt
aanbevolen.
3.
Controleer of er geen stokken, botten,
ijzerdraad en rommel in het gras liggen; deze
kunnen door het mes onder hoge snelheid
naar buiten worden geworpen.
4.
Vóór gebruik dient u altijd te controleren of
mes, bout van dit mes en het
maaimechanisme niet zijn versleten of
beschadigd. Om de juiste balans te
behouden, dient men bij vervanging van het
mes altijd de hele bevestigingsset te
vervangen.
5.
Defecte geluiddempers dienen vervangen te
worden.
Gebruik
1.
Gebruik de machine niet in een afgesloten
ruimte, waar de uitlaatgassen (koolmonoxide)
zich kunnen ophopen.
2.
Gebruik de maaimachine alleen bij daglicht of
goed kunstmatig licht.
3.
Vermijd waar mogelijk gebruik van de
machine als het gras nat is.
4.
Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt als het
gras nat is.
5.
Wees op hellingen extra voorzichtig dat u niet
uitglijdt en draag niet-slippend schoeisel.
6.
Hellingen dienen altijd in overdwarse richting
te worden gemaaid, en niet van boven naar
beneden of andersom.
7.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een
helling van richting verandert.
8.
Grasmaaien op hellingen en taluds kan
gevaarlijk zijn. Niet maaien op taluds of
steile hellingen.
9.
Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat
u dan zou kunnen struikelen. Altijd lopen,
nooit rennen.
10. Maai het gras nooit door de maaimachine
naar u toe te trekken.
11. Schakel de motor uit voordat u de
grasmaaimachine over andere oppervlakken
dan gras wilt duwen en voor transport van de
maaimachine van en naar het te maaien
terrein.
12. De machine mag niet worden gebruikt als de
beschermplaten beschadigd of afwezig zijn.
13. De motor mag niet te hard lopen en de
instellingen van de toerenregelaar mogen niet
worden gemodificeerd. Te hard rijden is
gevaarlijk en verkort de levensduur van de
maaimachine.
14. Voordat de motor wordt gestart, dienen alle
mes aandrijfkoppelingen vrij te worden gezet.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
15. De grasmaaier dient altijd voorzichtig te
worden gestart, waarbij u er vooral op let dat
uw voeten uit de buurt van de maaimessen
blijven.
16. De grasmaaimachine mag niet worden
gekanteld bij het starten van de motor.
17. De maaimachine mag niet worden opgetild of
gedragen met lopende motor.
18. De bougiekabel kan heet worden - wees
voorzichtig.
19. Voer nooit onderhoud uit aan de machine als
de motor heet is.
20. Schakel de motor uit en wacht tot het
maaimes helemaal tot stilstand is gekomen:-
-
als u de machine enige tijd onbeheerd wilt
achterlaten.
21. Zet de regeling voor
aanwezigheid van gebruiker
in zijn vrij om de machine te
stoppen, wacht totdat het
mes is uitgedraaid, koppel
de kabel van de bougie los
en wacht totdat de motor is
afgekoeld:-
-
voordat u de benzinetank bijvult;
-
voordat u een verstopping verwijdert;
-
voordat u controles, reiniging of onderhoud
uitvoert aan het apparaat;
-
als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de
machine niet totdat u zeker bent dat de hele
grasmaaimachine veilig is voor gebruik;
-
als de maaimachine abnormaal trilt, moet u
stoppen. Te grote trillingen kan letsel
veroorzaken.
Onderhoud en opslag
1.
Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven
goed zijn aangedraaid zodat de maaier altijd
veilig kan worden gebruikt.
2.
Vervang versleten of beschadigde
onderdelen onmiddellijk.
3.
Gebruik voor vervanging uitsluitend originele,
voor deze machine bestemde maaimessen,
bladbouten, vulplaatjes en rotorbladen.
4.
Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw
waar benzinedampen in aanraking kunnen
komen met open vuur of vonken als er nog
benzine in de tank zit.
5.
Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de
machine wordt opgeborgen in een afgesloten
ruimte.
6.
Om brandgevaar te vermijden, dienen de
motor, geluiddemper, accubak en de
brandstoftank vrij te zijn van gras, bladeren of
overmatig veel vet.
7.
Als de benzinetank moet worden geleegd,
dient dit buiten te gebeuren.
8.
Wees voorzichtig bij het afstellen van de
machine dat uw vingers niet bekneld raken
tussen bewegende messen en vaste
onderdelen van de grasmaaier.
2 - NEDERLANDS

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis