Dräger X-am 5100 Gebrauchsanweisung Seite 92

Gebruik
3.6 Alarmsignalen herkennen
Het alarm wordt optisch, akoestisch en door vibratie in het
aangegeven ritme weergegeven.
3.6.1 Concentratie-vooralarm A1
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van » A1 « en de
meetwaarde.
Het vooralarm A1 is niet zelfhoudend en verdwijnt als de concentratie
is gedaald tot onder de alarmgrens A1.
Bij A1 klinkt een enkele toon en de alarm-LED knippert.

Bij A2 klinkt een dubbele toon en de alarm-LED knippert dubbel.

Vooralarm bevestigen:
-toets indrukken, alleen het akoestische alarm en het

OK
vibratiealarm worden uitgeschakeld.
3.6.2 Concentratie-hoofdalarm A2
WAARSCHUWING
!
Levensgevaar! De zone direct verlaten. Een hoofdalarm is
zelfhoudend en kan niet worden bevestigd.
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van » A2 « en de meetwaarde.
Pas na het verlaten van de zone, wanneer de concentratie is gedaald
tot onder de alarmgrens:
-toets indrukken, de alarmmeldingen worden uitgeschakeld.
 OK
92
3.6.3 Blootstellingsalarm STEL/TWA
WAARSCHUWING
!
De zone direct verlaten. De werkplek van de persoon moet na
dit alarm volgens de nationale voorschriften worden geregeld.
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van » A2 « en »
en de meetwaarde:
Het STEL- en TWA-alarm kan niet worden bevestigd.

Apparaat uitschakelen. De waarden van de blootstellingsanalyse

moeten worden gewist, nadat het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
3.6.4 Batterij-vooralarm
Onderbroken alarmmelding:
Knipperend speciaal symbool »
rechterkant van het display:
Vooralarm bevestigen:
-toets indrukken, alleen het akoestische alarm en het
OK

vibratiealarm worden uitgeschakeld.
De batterij houdt na

minimaal 20 minuten.
3.6.5 Batterij-hoofdalarm
Onderbroken alarmmelding:
Knipperend speciaal symbool »
rechterkant van het display:
Het batterij-hoofdalarm kan niet worden bevestigd:
Het apparaat wordt na 10 seconden automatisch uitgeschakeld.

« (STEL) resp. » « (TWA)
« aan de
het eerste batterij-vooralarm
« aan de
Dräger X-am 5100
nog