ECOLAB Hybrid 7 YETI SY1-TW Gebrauchsanweisung Seite 147

8. Bediening
8.1. Vóór gebruik
Als de wand waarop de unit moet worden gemon-
teerd van baksteen of beton is gemaakt, zijn de mee-
geleverde schroeven en pluggen bruikbaar, anders
moet u ervoor zorgen dat het draagvermogen van de
wand voldoende is.
De leiding moet worden doorgespoeld
voordat het systeem wordt aangesloten.
Verwijder de afdekking voordat u de unit
aan de wand monteert.
8.2. Starten/stoppen (wisselen, spoelen, schui-
men, desinfectie)
Satelliet starten
1. Controleer of de water- en luchttoevoer naar het
systeem open zijn.
2. Zorg ervoor dat de water- en luchttoevoer naar
de unit open zijn. Zie voor lucht de tekening met
de plattegrond. Bij een centrale toevoer van che-
micaliën moet deze ook worden geactiveerd.
3. Gewenste functie selecteren. Gebruik de unit
volgens de 'Gebruikersgids'.
Satelliet stoppen
1. Sluit de watertoevoer af
2. Sluit de luchttoevoer af
Het is belangrijk om de water- en
luchttoevoer af te sluiten wanneer de
unit na gebruik wordt verlaten.
• Als de luchttoevoer openstaat wanneer de unit
niet in gebruik is, kan er lucht in de waterleiding
terechtkomen. Wanneer dit gebeurt, moet het sys-
teem eventueel opnieuw worden ontlucht.
Het kan nodig zijn om de leidingen en de unit op-
nieuw te ontluchten nadat deze gedurende een lange-
re periode gesloten is geweest (vakantie e.d.)
VOORZICHTIG
De chemicaliëntoevoer moet na ge-
bruik altijd grondig worden gespoeld.
1. De volgende procedure reinigt de chemicaliën-
toevoer van reinigingsmiddelen en/of resten van
desinfectiemiddelen.
2. Verwijder het User Pack of het standaard blik.
3. Houd de spoelfles met schoon water stevig tegen
de zuigopening (met User Pack). U kunt ook
een User Pack met schoon water in de houder
plaatsen of de slang – zonder User Pack – in een
emmer met schoon water leggen.
4. 3. Activeer de slanghendel totdat er schoon wa-
ter uit het mondstuk komt (ca. 30 seconden)
9. Onderhoud, probleemoplossing,
service
9.1. Preventief onderhoud
Afhankelijk van het gebruik moet het onderhoud ten
minste één keer per jaar worden uitgevoerd door een
geautoriseerde onderhoudsmonteur om defecten
en storingen te voorkomen. Erkende monteurs zijn
personen die op grond van hun vakkennis en ervaring
voldoende kennis hebben van de hygiënesystemen
en vertrouwd zijn met de nationale voorschriften voor
arbeidsveiligheid, ongevallenpreventie, leidingen en
algemeen erkende technische regels zoals DIN-nor-
men en VDE-bepalingen. Voor uw veiligheid is deze
reinigingsunit vervaardigd in overeenstemming met
alle relevante voorschriften die gelden in de EU en
is het daarom voorzien van de CE-markering. Neem
voor meer informatie contact op met de serviceafde-
ling.
9.2. Spoelen van de chemicaliëntoevoer/het injec-
torsysteem
Het chemicaliënreservoir moet na ge-
bruik altijd grondig worden gespoeld.
Resten van reinigingsmiddelen of desinfectiemidde-
len kunnen de injector verstoppen, waardoor deze
moet worden gespoeld of vervangen.
De volgende procedure reinigt de chemicaliëntoevoer
van reinigingsmiddelen en/of resten van desinfectie-
middelen.
1. Verwijder het User Pack, indien aanwezig.
2. Houd de spoelfles met schoon water stevig tegen
de zuigopening (met User Pack) of tegen de
slang (zonder User Pack). U kunt ook een User
Pack met schoon water in de houder plaatsen
of de slang – zonder User Pack – in een emmer
met schoon water leggen.
3. Activeer de slanghendel totdat er schoon water
uit het mondstuk komt (ca. 30 seconden).
Deze procedure moet worden
gevolgd aan de kant van het reinigings-
en van het desinfectiemiddel (indien
geïnstalleerd).
147