5.4. Restrisico
Gebruik van de unit:
• gebruik de unit nooit zonder kennis van de ge-
bruiksinstructies van de unit en de bijbehorende
veiligheidsinstructies. De instructie moet worden
voorbereid door opgeleid/geïnstrueerd personeel.
• Gebruik de unit nooit zonder de bijgevoegde
handleiding en veiligheidsinstructies te hebben
gelezen.
• Sluit na gebruik altijd de water- en luchttoevoer af.
Beschadigde unit:
• gebruik de unit nooit als er lekkages (lucht, water
of chemicaliën) worden waargenomen.
• Gebruik de unit nooit als het niet mogelijk is om de
afsluitkleppen te bedienen en/of als het niet moge-
lijk is om de vereiste bediening te selecteren.
• Gebruik de unit nooit als deze is verschoven van
z'n oorspronkelijke montageplaats.
6. Installatie
Om veiligheidsredenen is het belangrijk alle bijge-
voegde informatie te lezen vóór installatie van deze
apparatuur. Bovendien moet bij de installatie en
montage van deze apparatuur altijd rekening worden
gehouden met de wetgeving die van kracht is op
het moment van aankoop, ongeacht de inhoud van
deze handleiding. Neem bij twijfel contact op met uw
dealer.
6.1. Geluid
Geluidsniveau overeenkomstig ISO 11202; lager dan
70 dB
6.2. Montage-instructies
• De unit mag alleen in vorstvrije ruim-
ten worden gemonteerd.
• De unit kan aan een wand of op een
afzonderlijk frame worden gemon-
teerd dat in productieruimtes kan
worden geïnstalleerd en aan de vloer
kan worden verankerd.
• Let bij wandmontage goed op het
volgende:
• de wand voor de montage moet een
stabiele constructie van bakstenen
of beton zijn.
• De meegeleverde beugel moet met
de bijgaande schroeven en bijbeho-
rende pluggen aan de wand worden
bevestigd.
• De wandbeugel moet op de wand
worden gemonteerd zoals hierboven
beschreven en het station wordt aan
de beugel opgehangen. De slang en
de houders van het User Pack moe-
ten achteraf worden gemonteerd. (Zie
Installatie/montage)
6.3. Vervoer
Voor een veilig vervoer van de unit adviseren wij om
deze altijd tegen verschuiven en kantelen te bevei-
ligen. Het kan nodig zijn om de unit te borgen met
riemen.
Vervoer de unit alleen in horizontale positie: de unit
mag niet op de voorkant worden geplaatst waar zich
het bedieningspaneel bevindt. Hij mag ook niet bo-
venop of onder gemonteerde aansluitingen en uitlaten
worden geplaatst.
Als de unit wordt verplaatst bij een temperatuur van
rond of lager dan 0 °C (32 °F), moet u er altijd voor
zorgen dat het water volledig is afgetapt. Als dit niet
het geval is, kan de unit beschadigd raken.
6.4. Trillingen
Hand-armtrillingen overeenkomstig ISO 5349-1
6.5. Wateraansluiting
• Voordat de unit wordt aangesloten op
de watertoevoer, moet de toevoerlei-
ding zorgvuldig worden gespoeld om
grove verontreinigingen en metaal-
spaanders te verwijderen.
• De wateraansluiting moet aan de bo-
venkant van de unit worden gemaakt.
(zie plattegrond).
• De minimale binnendiameter van de
toevoerleiding moet 1/2" buiten (ø 16
mm binnen) bedragen.
• De unit moet zijn uitgerust met een
afsluitklep voor water op de inlaat (zie
plattegrond).
• Het drukverlies in de toevoerleiding
moet zo laag mogelijk worden gehou-
den door
- vermijden van lange toevoerleidin-
gen
- montage van lagedrukweerstand
kogelkranen en
- vermijden van fittingen met hoog
druk-
verlies.
• Let er bij het aanleggen van de
leidingen op dat er geen luchtbellen
ontstaan.
• Alle leidingaansluitingen naar de unit
moeten schroefverbindingen zijn om
eenvoudig onderhoud en demontage
van het station mogelijk te maken.
Max. toegestane temperatuur van toevoerwater.
Max. toegestane druk van toevoerwater.
Waterverbruik in spoelmodus.
(zie 3.3. Technische gegevens)
Voor een optimale werking van het
inspuitsysteem raden we aan om een
filter op de inlaat te installeren om
verontreinigingen te voorkomen.
143