BASIS-versie
15.8.2. Sensor parameters bewerken
Om sensorwaarden te bewerken, moet minstens één actieve sensor (bijvoorbeeld commeo
Sensor WSRF) zijn aangesloten op de commeo Multi Send. Als geen sensor is aangesloten,
verschijnt 'Sensor parameters' niet in het display.
Kies met de bedieningsknoppen
en
(Af/Uit) het submenu 'Info' en open
met de rechter display-knop
menu.
Windsnelheid
apparaat verschijnt als 'Drempelwaarde'.
Met de bedieningsknoppen
Met de kanaalkeuze-knoppen
Het instelbereik is 2 m/s tot 30 m/s. In het onderste gedeelte van het display wordt de actu-
eel gemeten windsnelheid weergegeven.
= De toegestane windsnelheid verhogen met 2 m/s.
= De toegestane windsnelheid verlagen met 2 m/s.
Opmerking: De functie 'Windbewaking' kan niet worden uitgeschakeld.
Met de rechter display-knop
bevestigen.
Voor een verdere sensorparameterisering nogmaals met de bedieningsknoppen
en
(Af/Uit) de functie 'Sensor parameters' kiezen en dit bevestigen met de STOP-knop.
(Op/Aan)
het sub-
Afhankelijk van de windsnelheid wordt voor het geselecteerde apparaat
een actie uitgevoerd. Als de met de sensor gemeten windsnelheid de
ingestelde waarde overschrijdt, wordt een actie voor het geselecteerde
apparaat uitgevoerd (voorbeeld: veiligheidshalve wordt de luifel inge-
schoven).
Met de kanaalkeuze-knoppen
teren. De ingestelde toegestane windsnelheid van het geselecteerde
(Op/Aan) en
of
de toegestane windsnelheid voor dit apparaat instellen.
de wijziging bevestigen en met
Kies met de bedieningsknoppen
en
(Af/Uit) het menupunt 'Sensor parame-
ters', en bevestig dit met de STOP-knop.
U kunt de volgende parameterwaarden van
de sensor bewerken:
• Wind
• Zon
• Schemering
• Vorst
of
het wind-symbool (windzak) selec-
(Af/Uit) kiest u het submenu 'Drempelwaarde'.
280
(Op/Aan)
de controleweergave
(Op/Aan)