Herunterladen Diese Seite drucken

Bosch Climate 6000i Serie Installationsanleitung Seite 75

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Climate 6000i Serie:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
De markeringen [1] zijn bedoeld voor de positionering van de boring.
▶ Eventueel de positie van de condensafvoer veranderen ( afb. 6).
De leidingkoppelingen aan de binnenunit liggen in de meeste gevallen
achter de binnenunit. Wij adviseren, de buizen al voor het ophangen van
de binnenunit te verlengen.
▶ Buisverbindingen uitvoeren zoals beschreven in hoofdstuk 3.4.
▶ Eventueel de leidingen in de gewenste richting verbuigen en een ope-
ning aan de zijkant of onderkant van de afdekplaat uitbreken
( afb. 8).
▶ Leidingen door de wand leiden en de binnenunit in de montageplaat
hangen ( afb. 9).
▶ Voor CLC8001i... T/S/R zijn extra spiegelplaten beschikbaar, die op
de betreffende posities moeten worden aangebracht ( afb. 10,
[2]).
– Positie van de spiegelplaat bepalen.
– Kleeffolie aftrekken.
– Spiegelplaten op de al aanwezige spiegelplaten [1] aanpassen.
Wanneer de binnenunit van de montageplaat moet worden afgenomen:
▶ Op de markeringen aan de onderkant van de binnenunit drukken en
de binnenunit naar voren trekken ( afb. 11, [1]).
Bij de gekleurde typen CLC8001i... zijn deze markeringen niet te zien,
omdat op die plaats een spiegelplaat is opgebracht. Toch kan de binnen-
unit door indrukken op de betreffende posities van de wand worden af-
genomen.
3.3.2
Buitenunit monteren
▶ Karton naar boven uitrichten.
▶ Sluitbanden open snijden en verwijderen.
▶ Het karton naar boven aftrekken en de verpakking verwijderen.
▶ Afhankelijk van de installatiesoort een stand- of wandconsole voor-
bereiden en monteren.
▶ Buitenunit opstellen of ophangen, daarbij de meegeleverde of bouw-
zijdige trillingsdempers voor de voeten gebruiken.
▶ Bij installatie met stand- of wandconsole de meegeleverde
afvoerbak [2] met afvoerbocht [3] op de afvoerboring [1] aanbren-
gen ( afb. 12).
1) Afhankelijk van de positie van de buizen zijn alle 4 spiegelplaten nodig of
slechts 3.
Buisbuitendiameter Ø [m
m]
6,35 (1/4")
9,53 (3/8")
Tabel 6 Specificatie van de buisverbindingen
3.4.2
Condensafvoer op de binnenunit aansluiten
De condensbak van de binnenunit is met twee aansluitingen uitgerust. Af
fabriek zijn daaraan een condensslang en een stop gemonteerd, deze
kunnen worden verwisseld ( afb. 6).
▶ Condensslang met verval installeren.
Climate 6000i/8000i – 6721831489 (2020/11)
1)
Aandraaimoment [Nm]
Diameter van de flensope-
18-20
32-39
Wanneer druppelend water een probleem wordt, een standaard afvoer-
slang [4] aansluiten.
▶ Afdekking voor de buisaansluitingen afnemen ( afb. 13).
▶ Buisverbindingen uitvoeren zoals beschreven in hoofdstuk 3.4.
▶ Afdekking voor de buisaansluitingen weer monteren.
3.4
Aansluiting van de buizen
3.4.1
Koudemiddelleidingen op de binnen- en aan de buitenunit
aansluiten
VOORZICHTIG
Ontsnappen van het koudemiddel door lekkende verbindingen
Door ondeskundig uitgevoerde buisverbindingen kan koudemiddel ont-
snappen.
▶ Bij het opnieuw gebruiken van kraagverbindingen het flensdeel altijd
opnieuw maken.
Koperen buizen zijn in metrische en in inch-maten leverbaar, het flens-
moerschroefdraad is echter hetzelfde. De flenskoppelingen aan de bin-
nen- en aan de buitenunit zijn bedoeld voor inch-maten.
▶ Bij gebruik van metrische koperen buis de flensmoeren vervangen
door exemplaren met passende diameter ( tabel 6).
▶ Buisdiameter en buislengte bepalen ( pagina 73).
▶ Buis met een buissnijder inkorten ( afb. 7).
▶ Buisuiteinden altijd ontbramen en de spanen uitkloppen.
▶ Moer op de buis steken.
▶ Buis met het flensgereedschap op de maat uit tabel 6 expanderen.
De moer moet gemakkelijk tot de rand kunnen worden geschoven,
maar niet daarover heen.
▶ Buis aansluiten en de schroefkoppeling op het draaimoment uit
tabel 6 vastdraaien.
▶ Bovenstaande stappen voor de tweede buis herhalen.
OPMERKING
Minder rendement door warmteoverdracht tussen koudemiddellei-
dingen
▶ Koudemiddelleidingen afzonderlijk van elkaar thermisch isoleren.
▶ Isolatie van de buizen aanbrengen en fixeren.
Geflensd buisuiteinde
ning (A) [mm]
8,4-8,7
90°± 4
13,2-13,5
A
3.4.3
Dichtheid controleren en installatie vullen
Dichtheid controleren
Bij de dichtheidstest de nationale en lokale voorschriften aanhouden.
Voorgemonteerd flensmo-
erschroefdraad
1/4"
3/8"
45°± 2
R0.4~0.8
Installatie
75

Werbung

loading