Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
2. Montageaanwijzing
De bouwset WPKI-SET wordt in zoveel
mogelijk voorgemonteerde componenten
geleverd.
Het verdient aanbeveling de componenten bij
het monteren aan de warmtepompen eerst
stevig aan elkaar vast te schroeven.
Om bij het richten van de warmtepompen
kleine maatcorrecties te kunnen uitvoeren, zijn
de verbindingsbuizen aan de met pijltjes
gemerkte plaatsen nog niet gesoldeerd.
De maximale afstand tussen de
warmtepompen bedraagt, zoals bepaald door
de bouwset WPKI-SET, 220 mm. Bij een
geringere afstand dan 220 mm moeten de
buizen navenant worden ingekort.
Om de toestellen bij eventuele herstellings- of
onderhoudswerken toegankelijk te houden,
zou de afstand niet minder dan 180 mm
mogen bedragen.
Pas nadat de warmtepompen gericht zijn en
alle componenten aangebracht zijn, dienen de
verbindingsbuizen op de met pijltjes gemerkte
plaatsen met zacht soldeer te worden
samengesoldeerd.
4
1
5
6
1 Verbindingsbuis WNA-Voorloop
2 Afstandsbuis WNA-Voorloop
3 Afstandsbuis WNA-Voorloop met aansluiting voor warmwaterbereiding
4 Verbindingsbuis WNA-Terugloop
5 Verbindingsbuis WQA-Uitgang
6 Verbindingsbuis WQA-Ingang
A Soldeerverbinding
Alleen voor de installateur
Aansluitend de schroefverbindingen
aantrekken.
Het verdient aanbeveling voor de verdere
installatie zowel aan de zijde van de
warmtebronnen als aan de
warmtegebruikszijde goed dichtende
kogelafsluiters te gebruiken.
Na de volledig uitgevoerde installatie dienen
de warmtebronneninstallatie en de
warmtegebruiksinstallatie op dichtheid
gecontroleerd te worden. Pas daarna dient de
complete installatie overeenkomstig de ENEV
(Energiebesparingsregeling) voldoende
geïsoleerd te worden.
Om condenswater aan de bron toe-
en afvoer-leiding te voorkomen, dient
deze diffusiedicht geïsoleerd te worden.
Onderhoud en controle
Veiligheidsklep
Bij het ontluchten van de veiligheidsklep moet
het verwarmingswater er met een volle straal
A
A
A
2
5
6
uitlopen. Blijvend druppen kan veroorzaakt
worden door vuil op de klepzitting. Oplossing:
na het afsluiten van de betreffende schuif- of
kogelafsluiter het bovenste gedeelte van de
veiligheidsklep afschroeven, de klepzitting
schoonmaken en zo nodig de dichting
vernieuwen.
Manometer
De bedrijfsdruk van de verwarmingsinstallatie
moet regelmatig worden gecontroleerd.
Wanneer de bedrijfsdruk daalt, moet de
installatie met water bijgevuld worden.
De bedrijfsdruk van de verwarmingsinstallatie
mag niet boven de 2,5 bar overdruk stijgen.
Ontluchten van de installatie
Bij het vullen van de installatie komt samen
met het water een aanzienlijke hoeveelheid
lucht in buisleidingen en reservoir terecht.
Bij gebruik van handbediende ontluchters is
het dan ook, vooral de eerste tijd na
ingebruikname, herhaaldelijk nodig het
verwarmingssysteem te ontluchten en tegelijk
met water bij te vullen.
A
1
4
3
13
Werbung
