Chicco SEETY Bedienungsanleitung Seite 48

monteren, steekt u de zitting in de daarvoor bedoelde
kunststof houders totdat hij vastklikt (Fig.8).
Om de zitting gemakkelijker aan de wandelwagen te kun-
nen bevestigen, zitten er geleidingsgleuven aan de zijkant
die de juiste uitlijning van de zitting aangeven. De zitting
kan zowel naar de straat gericht (Fig. 8) als naar de ouder
gericht (Fig. 8A) worden gemonteerd.
WAARSCHUWING: Verzeker u er voor het gebruik van dat
de zitting goed vastzit, door hem omhoog te trekken.
Om de zitting los te halen, drukt u op de knoppen op de
gewrichten van de zitting en trekt u tegelijkertijd de zitting
omhoog (Fig. 8B).
WAARSCHUWING: Het los-/vastmaken van de zitting
moet worden uitgevoerd zonder dat het kind in de wan-
delwagen zit.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan in verschillende standen afgesteld wor-
den.
De rugleuning is verstelbaar door middel van een riem.
9. Om de rugleuning omlaag te zetten gebruikt u het re-
gelsysteem achteraan door de hendel naar beneden te
trekken (Fig.9).
Om de rugleuning weer omhoog te zetten, trekt u aan het
bandje aan de zijkant (Fig. 9A) tot de gewenste stand is be-
reikt.
WAARSCHUWING: Met het gewicht van het kind kunnen
deze handelingen moeilijker zijn.
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
10. De voetensteun kan in twee standen worden afgesteld.
Druk de twee knoppen aan de zijkanten van de voeten-
steun tegelijkertijd in om de voetensteun te verstellen
(Fig. 10).
KAP
11. De wandelwagen is uitgerust met een zonne- en wind-
kap die in meerdere standen geplaatst kan worden.
Om de kap af te stellen trekt/duwt u die naar het midden
toe (Fig. 11). Door de flap aan de achterkant van de kap op
te tillen, kunt u het gaasgedeelte vrij maken zodat u het
kind kunt zien.
REM
12. De parkeerrem werkt tegelijkertijd op beide achterwie-
len van de wandelwagen.
Druk de hendel omlaag om het remsysteem in te schakelen
(afb. 12). Druk de hendel omhoog om de rem uit te schake-
len (Fig. 12A).
WAARSCHUWING: Gebruik altijd de rem als u stopt. Laat de
wandelwagen nooit met het kind erin op een helling staan,
ook al zijn de remmen geactiveerd.
WAARSCHUWING: Na de wandelwagen op de rem te
hebben gezet, verzekert u zich ervan dat de remmen goed
op beide achterwielgroepen geplaatst zijn.
ZWENKWIELEN
De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voor-
wielen. Er wordt aangeraden om op bijzonder onregelma-
tig terrein de vaste wielen te gebruiken. De wielen op de
zwenkstand worden daarentegen aangeraden voor een
betere manoeuvreerbaarheid van de wandelwagen op
normale wegen.
13. Druk de hendel achteraan op de wielen naar beneden
om de voorwielen zwenkend te maken (Fig. 13). Om ze
te vergrendelen, duwt u de hendel omhoog in de daar-
voor bedoelde zitting (Fig. 13 A).
DE HANDGREEP AFSTELLEN
De wandelwagen heeft een op grond van de behoeften
van de gebruiker in hoogte verstelbare handgreep.
14. Vanuit de laagste stand kan de greep in 3 verschillende
standen worden gezet door op de ontgrendelknop te
drukken die zich in het midden van de greep bevindt
(Fig. 14).
WAARSCHUWING: Als u van de ene stand op de andere
bent overgegaan, controleert u of de automatische ver-
grendeling goed is vergrendeld.
DE WANDELWAGEN DICHTKLAPPEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het
kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige af-
stand bevinden. Verzeker u er tijdens deze fase van dat de
bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking
komen met het lichaam van het kind.
WAARSCHUWING: De inhoud moet uit de boodschap-
penmand worden gehaald, voordat u de wandelwagen
sluit.
15. De wandelwagen kan worden dichtgeklapt met en zon-
der de zitting (in beide gebruiksconfiguraties: naar de
ouder/naar de straat gericht).
Sluit de kap, zet de hendel aan de bovenkant van de rug-
leuning omhoog (Fig. 15) en duw de rugleuning naar voren
tot hij volledig rechtop staat. Druk vervolgens op de knop
in het midden van de greep en duw naar voren om en de
wandelwagen te sluiten (Fig. 15A).
In elke configuratie (op straat of op de ouder gericht) zijn
de stappen voor het openen van de wandelwagen dezelf-
de. Ontgrendel de hendel aan de zijkant van de wandel-
wagen (Fig.1), houdt u de greep en de voorste stang vast
en draait u tot u een klik hoort wanneer de wandelwagen
volledig opengaat. Druk op de knop in het midden van de
handgreep om deze te openen en op de gewenste hoogte
in te stellen (Fig. 1A). Draai ten slotte de zitting omhoog in
de gebruiksstand.
De wandelwagen is uitgerust met een handige draagbeugel.
VOETENZAK
16. Dit element is alleen aanwezig en bruikbaar als u ook de
compatibele reiswieg (SEETY) heeft gekocht.
De bekleding van de draagmand werkt in de configuratie
als wandelwagen ook als voetenzak.
Om de voetenzak te plaatsen, plaatst u de voetensteun in
de zak van de voetenzak (Fig. 16) en maakt u de knopen
vast aan de elastieken banden aan de zijkant van de zitting.
(afb. 16A).
REGENHOES
17. De wandelwagen is uitgerust met een regenhoes.
Om deze te installeren, plaatst u de regenhoes op de kap
en bevestigt u hem aan de onderkant van de buizen aan de
voorkant. (afb. 17).
Laat de regenhoes na gebruik in de buitenlucht drogen
(als deze nat is geworden), voordat u hem opvouwt en
opbergt. De regenhoes kan worden gebruikt zowel in de
configuratie gericht naar de straat als gericht naar mama.
48