Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Opstellen Van De Luchtontvochtiger; Plaatsen; Netaansluiting; Netzekering - ATIKA ALE 300 N Originalbetriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Montage transportwielen
1. Monteer de wielas (5) met de twee zeskantschroeven (M 6
x 30) en breng de spieën aan.
Zeker de spieën tegen eruit vallen, doordat u de
2
einden van de spieën met een tang ombuigt en schuif de
schijven (Ø 15,5) op de wielas.
3. Schuif de wielen (6) en de schijven op de wielas. Zeker de
wielen met de borgpennen (7).
96
O
p
s
t
e
l
l
e
n
v
a
n
O
p
s
t
e
l
l
e
n
v
a
n
Plaatsing
De luchtontvochter dient, zo ver dit mogelijk is, midden in de
ruimte te worden geplaats, zo dat een goede luchtcirculatie in
de gehele ruimte wordt behaalt.
Is dit niet mogelijk, moet de luchtontvochter zo worden
geplaatst dat de lucht ongestoord aangezogen en uitgeblazen
kan worden.
De minimale afstand tot de wand moet 10 cm bedragen.
Stel de luchtontvochter
⇒ horizontaal op, opdat het gecondenseerde water
ongestoord kan afvloeien.
⇒ niet in de buurt van een warmtebron (bv een radiator).
Houdt rekening ermee dat ramen en deuren in de te
ontvochten ruimte gesloten zijn.

Netaansluiting

Vergelijk de op het typeplaatje van het toestel vermelde
spanning, bv 230 V / 50 Hz met de netspanning en sluit de
luchtontvochter aan het desbetreffend en reglementair
stopcontact aan.
Maak gebruik van een stopcontact: netspanning 230 V met
veiligheidsschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).

Netzekering

10 A
I
n
g
e
I
n
g
e
Vóór ingebruikname
Heeft u de luchtontvochter liggend of schuiner dan 45°
getransporteerd?
Laat het toestel voor gebruik ten minste één uur rechtop
staan.
Aanwijzingen
4. De luchtontvochter werkt niet, wanneer de ingestelde
vochtigheidswaarde hoger is dan die van de omgeving.
5. Gebruik
de
luchtontvochter
ruimtetemperatuur van 5 °C tot 32 °C. Buiten dit bereik
werkt de luchtontvochter niet.
6. Gebruik de luchtontvochter niet in sterk stof- of
chloorhoudige omgeving.
7. Gedurende het ontvochten moeten de ventilatormotor en de
compressor ten minste 3 min. draaien, nadat de
compressor werd gestart. Om beschadigingen aan de
compressor te voorkomen, dient u, wanneer de
luchtontvochter zich heeft uitgeschakeld, 3 minuten
wachten, alvorens u het toestel opnieuw inschakelt.
8. Ligt de ruimtetemperatuur onder 10 °C en is de omgevende
relatieve luchtvochtigheid vrij laag, is het niet noodzakelijk
de luchtontvochter te benutten.
d
e
l
u
c
h
t
o
n
t
v
o
c
h
t
i
g
e
d
e
l
u
c
h
t
o
n
t
v
o
c
h
t
i
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
alleen
bij
r
r
een

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis