Geavanceerde tuner-handelingen
Het uitleesvenster gebruiken
Als u elke vooringestelde zender benoemt, kunt u
informatie over radiozenders bekomen. Zie
"Vooringestelde zenders benoemen" op pagina 13 om
zenders een naam te geven.
Bij elke druk op de DISPLAY toets verandert het
uitleesvenster zoals hieronder aangegeven.
Frequentie
F
M
1 O O . O M H
Druk op DISPLAY.
Zendernaam
F
M
B B C R
Druk op DISPLAY.
DISPLAY
5
z
A 2
1
A 2
Geavanceerde tuner-handelingen
Advanced Tuner Operations
Advanced Tuner Operations
Advanced CD Operations
Vooringestelde zenders
benoemen
Elke vooringestelde zender kan een naam met 8 tekens
worden gegeven, met uitzondering van FM RDS-
zenders.
TIMER +/–
ENTER
1
Druk op CHAR.
De cursor knippert in het uitleesvenster.
2
Druk op TIMER +/– om een teken te kiezen.
3
Wanneer het gewenste teken verschijnt, drukt u op
CHAR om de cursor naar het volgende teken te
brengen.
Als u zich hebt vergist
Druk herhaaldelijk op CHAR tot het teken dat u wilt
wijzigen knippert. (Bij elke druk op de CHAR toets,
knippert het volgende teken.) Druk op TIMER +/– om
een nieuw teken te kiezen.
4
Herhaal stap 2 en 3 tot de gewenste zender
verschijnt in het uitleesvenster.
5
Druk op ENTER.
Het kleinste voorinstel-codenummer dat
beschikbaar is, knippert om aan te geven dat het
toestel klaar is om de zender op te slaan.
6
Druk op TIMER +/– om de voorinstelcode te
kiezen waaronder u de zendernaam wilt opslaan.
7
Druk op ENTER.
De zender wordt opgeslagen onder de opgegeven
voorinstelcode.
U kunt de frequentie van de zendernaam in het
uitleesvenster controleren
Druk op DISPLAY.
CHAR
NL
13