Starthulp Voor 12V-Voertuigen; Mogelijke Fout Tijdens Het Opstarten; Gebruik Van De Led-Verlichting; Signaalverlichting - APA 16444 Bedienungsanleitung

Powerpack. Steek de USB-A stekker van de oplaadkabel
in de oplader. Sluit de oplader aan op een stopcontact.
Het display toont de voortgang van het opladen in pro-
centen,1% - 99%. Bij 100% is de Powerpack-batterij
volledig opgeladen.
Haal na het opladen eerst de stekker van de oplader uit
het stopcontact en koppel vervolgens de oplaadkabel los
van de oplader en de Powerpack.

6.4 STARTHULP VOOR 12V-VOERTUIGEN

1. Schakel het contact en alle verbruikers in uw voertuig
uit.
2. Zorg ervoor dat de accucapaciteit van de Powerpack
nog minstens 75 % is en dat de accupolen van uw vo-
ertuigaccu niet vuil of geoxideerd zijn.
3. Sluit de powerpack en de jumperkabel aan door de
stekker van de startbox (positie 11 in het overzicht)
van de jumperkabel in de jumperaansluiting (positie
8 in het overzicht) van de powerpack te steken. Let er
daarbij op dat de stekker goed en stevig vastzit. De
controlelampjes (18 en 19) van de jumperbox knip-
peren afwisselend
4. Sluit eerst de rode poolklem (positie 9 in het over-
zicht) van de startkabel aan op de pluspool en vervol-
gens de zwarte poolklem (positie 10 in het overzicht)
op de minpool van de voertuigaccu. De poolklemmen
moeten goed en stevig contact maken met de accu-
polen. Als de polariteit van de kabels is omgekeerd
of als er kortsluiting is, gaat het rode controlelampje
(19) van de jumperbox branden en klinkt er een waar-
schuwingstoon. Als de startkabels correct zijn aang-
esloten, gaat het groene controlelampje (18) branden
en klinkt er gedurende ca. 20 sec. een klikgeluid.
5. Start de motor van uw voertuig binnen deze 20 sec.
Na afloop van de 20 sec. stopt het klikgeluid en gaat
het rode controlelampje branden. Een startpoging is
nu niet meer mogelijk. Voor een nieuwe startpoging
moet u nu de startbox loskoppelen van de Powerpack
en de poolklemmen van de accu verwijderen. Start
opnieuw vanaf punt 3 van dit hoofdstuk.
6. Laat de startmotor niet langer dan 3 seconden werk-
en. Als de startpoging niet succesvol was, koppel dan
de startbox los van de Powerpack, verwijder de klem-
men van de accu en wacht minstens twee minuten tot
u de volgende poging start. Doe na de derde mislukte
startpoging geen nieuwe poging, maar controleer uw
voertuig op storingen.
18
7. Maak de startkabel los van de powerpack. Verwijder
vervolgens de klemmen van de voertuigaccu. Laad de
powerpack opnieuw op.
Afbeelding 2: Indicatielampje Smartbox

6.4.1 MOGELIJKE FOUT TIJDENS HET OPSTARTEN

Het indicatielampje van de Smartbox brandt niet
permanent groen:
• De poolklemmen hebben geen of slecht contact
met de batterijpolen.
 reinig de accupolen en bevestig de klemmen weer
• De batterij van de Powerpack is niet voldoende
opgeladen
 de batterij opladen
• De benodigde startstroom overschrijdt de
mogelijkheden van de Powerpack.
 Gebruik een accu met een groter vermogen

6.5 GEBRUIK VAN DE LED-VERLICHTING/

SIGNAALVERLICHTING

Om het continue licht van de LED-lamp (positie 7 in het
overzicht) in te schakelen, houdt u de schakelaar (posi-
tie 1 in het overzicht) van de Powerpack ca. 3 seconden
ingedrukt. Vervolgens kunt u, door nogmaals op de
schakelaar te drukken, de volgende lichtfuncties na el-
kaar inschakelen: Snel knipperen - SOS - UIT

6.6 USB-APPARATEN OPLADEN

Als uw USB-apparaat een USB-C-poort heeft, kunt u de
meegeleverde USB-C-kabel gebruiken voor het opladen.
Gebruik voor andere aansluitingen een kabel die geschikt
is voor uw apparaat. Deze instructies beschrijven hoe u
de meegeleverde USB-C oplaadkabel gebruikt. Steek
de USB-A stekker in de USB2 uitgang (positie 5 in het
overzicht) van de Powerpack. De USB-C stekker sluit u
aan op uw USB-apparaat. Druk op de schakelaar (positie
1 in het overzicht) van de Powerpack om het laadproces
te starten. Het display toont de laadspanning en de
laadstroom (positie 16 in het overzicht). Als uw USB-