Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Terugslag (Kickback); Werkomstandigheden En -Technieken - Makita EA3202S Originalbetriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für EA3202S:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 56
juist gemonteerd is, of de zaagketting volgens voorschrift
geslepen en gespannen is, of de kettingwielbeschermer
vastzit, de gashendel soepel beweegt, de sperknop werkt,
of de handgrepen droog en schoon zijn, en of Start/Stop
schakelaar het doet.
-
De motorkettingzaag pas nadat deze volledig in elkaar
gezet is in bedrijf nemen. De motorkettingzaag mag
uitsluitend geheel gemonteerd gebruikt worden!
-
Voor het starten moet de bediener van de zaag goed
stabiel staan.
-
Start de motorkettingzaag uitsluitend volgens de
gebruiksaanwijzing (zie afb. 9). Andere startmethoden zijn
niet toegestaan.
-
Bij het starten van de motorkettingzaag moet de machine
goed gesteund en stevig vastgehouden worden. De
ketting en de zaaggeleider mogen nergens tegenaan
komen.
-
Houd tijdens het werken met de motorkettingzaag
deze met beide handen vast, met de rechterhand
op de achterste handgreep en de linker hand op de
beugelgreep. De handgrepen met de duimen eromheen
vasthouden.
-
LET OP: Bij het loslaten van de gashendel loopt de
ketting nog enige tijd door (vrijloopeffect).
-
Let er voortdurend op dat u stevig staat.
-
De motorkettingzaag moet zodanig gehanteerd worden
dat er geen uitlaatgassen ingeademd kunnen worden.
Werk niet in gesloten ruimten (vergiftigingsgevaar).
-
Zet de motorkettingzaag direct af bij merkbaar
veranderd machine gedrag.
Zet de motorzaag af voor het controleren van de
-
ketting spanning, het naspannen, het verwisselen van
de ketting en het opheffen van storingen (zie afb. 10).
-
Als de zaag met stenen, spijkers of andere harde
voorwerpen in aanraking is gekomen moet de motor direct
afgezet worden en moet de zaaginrichting geïnspecteerd
worden. Na mechanische invloeden, bijv. door een slag of
val, moet de gehele motorzaag op zijn correcte werking
worden gecontroleerd!
-
Tijdens werkonderbrekingen en voor het verlaten moet
de motorzaag uitgeschakeld worden (zie afb. 10) en zo
geparkeerd, dat niemand in gevaar kan geraken.
● Onderhoud
● Tanken
● Zaagketting slijpen
LET OP: Leg de warme motorkettingzaag niet
in droog gras of op brandbare voorwerpen.
De uitlaat geeft een aanzienlijke hitte af
(brandgevaar).
-
LET OP: Na het uitzetten van de motorkettingzaag kan er
olie van de ketting en zaaggeleider in de grond weglopen
(bo dem verontreiniging)! Leg iets onder de zaag als
bescherming.

3-6. Terugslag (Kickback)

-
Bij het werken met de motorkettingzaag kan gevaarlijke
terugslag optreden.
-
Deze terugslag ontstaat als het bovenste kwadrant van
de zaaggeleider per ongeluk tegen hout of andere vaste
voor-werpen aankomt (zie afb. 11).
-
Daarbij wordt de motorzaag ongecontroleerd en met grote
kracht in de richting van de bedieningspersoon geslingerd,
resp. versneld (gevaar voor letsel!)
Om terugslag te voorkomen moet op het volgende
gelet worden:
-
Insteekwerk (direkt met het het uiteinde van de
zaaggeleider in het hout aanzetten) mag uitsluitend door
speciaal geschoold personeel worden uitgevoerd!
-
Gebruik nooit het uiteinde van het zaagblad om een
zaagsnede te starten.
-
De punt van de zaaggeleider moet altijd in het oog
104
● Werkonderbreking
● Transport
● Uitbedrijfname
gehouden worden. Pas op bij het voortzetten van reeds
begonnen zaagsneden.
-
Begin met lopende zaagketting aan de zaagsnede!
-
De zaagketting moet altijd correct geslepen worden.
Let daarbij vooral op de juiste hoogte van de
dieptebegrenzing.
-
Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd door! Let er
bij het verwijderen van takken op dat geen andere tak
geraakt wordt.
-
Let bij het afkorten op in de buurt liggende stammen.

3-7. Werkomstandigheden en -technieken

-
Werk alleen bij goed zicht en goede verlichting. Let in
het bijzonder op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw
(uitglijgevaar). Verhoogd gevaar voor uitglijden bestaat op
vers ontbast hout (schors).
-
Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Let op
obstakels op de werkplek, struikelgevaar. Let er
voortdurend op dat u stevig staat.
-
Zaag nooit boven schouderhoogte (zie afb. 12).
-
Zaag nooit staande op een ladder (zie afb. 12).
-
Klim nooit met de motorkettingzaag in een boom om
werkzaamheden uit te voeren.
-
Niet te ver voorovergebogen werken!
-
Beweeg de motorkettingzaag zodanig dat zich geen
lichaam s delen in het verlengde van het zwenkbereik van
de zaagketting bevinden (zie afb. 13).
-
Gebruik de motorkettingzaag uitsluitend voor het zagen
van hout.
-
Houd de lopende zaagketting vrij van de grond.
-
Gebruik motorkettingzagen nooit voor het wegtillen en
verwijderen van stukken hout en andere voorwerpen.
-
Ontdoe het bereik van de zaagsnede van vreemde
voorwerpen zoals zand, stenen, spijkers etc. Vreemde
voorwerpen beschadigen de zaag en kunnen gevaarlijke
terugslag (kickback) tot gevolg hebben.
-
Gebruik bij het zagen van sprokkelhout en dunne
stammen een stabiele bok (indien mogelijk een zaagbok,
zie afb. 14). Het hout mag niet met de voet of door een
tweede persoon worden vastgehouden.
-
Rondhout moet tegen verdraaien tijdens het zagen
worden geborgd.
-
Bij afkorten moet de getande beugel (zie afb. 14, Z)
tegen het te zagen hout worden gezet.
-
Voor het afkorten moet de getande beugel tegen het te
zagen hout gezet worden en pas daarna met lopende
zaagketting het hout gezaagd worden. De zaag wordt
daarbij door middel van de achterste handgreep omhoog
getrokken en met de beugelhandgreep geleid. De getande
beugel dient daarbij als draaipunt. Het volgen gebeurt met
een lichte druk op de beugelgreep. De zaag hierbij iets
terugtrekken. Getande beugel lager aanzetten en opnieuw
de achterste handgreep omhoog trekken.
-
Steek- en langssneden mogen alleen door speciaal
geschoold personeel uitgevoerd worden (verhoogd
gevaar voor terugslag).
-
Bij het aanzagen kan de zaag zijwaarts wegglijden of licht
opspringen. Dit is afhankelijk van het hout en de toestand
van de zaagketting. Houd de motorzaag daarom altijd
met beide handen vast.
-
Langssneden (zie afb. 15) in een zo klein mogelijke hoek
aanzetten. Hier moet bijzonder voorzichtig te werk worden
gegaan, daar de getande beugel niet kan grijpen.
-
Trek de zaag alleen met lopende zaagketting uit het hout.
-
Zijn er meerdere zaagsneden nodig dan moet de
gashendel tussendoor losgelaten worden.
-
Pas op bij het zagen van versplinterd hout. Er kunnen
afgezaagde houtsplinters meegetrokken worden (gevaar
voor letsel).
-
Bij het zagen met de bovenzijde van de zaaggeleider
kan de motorkettingzaag in de richting van de

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Ea3201sEa3200sEa3203s

Inhaltsverzeichnis