Kloofmachine
Uitpakken en monteren
Voorzichtig!
De kloofmachine mag pas worden ge-
bruikt na de volledige montage van alle
onderdelen.
1. Controleer de inhoud van de verpakking
(afbeelding A/B). Informeer de handelaar als
er defecten zijn of als er onderdelen ontbre-
ken.
Aanwijzing:
Het voor montage en bediening beno-
digde gereedschap is weergegeven in
afbeelding C. Dit wordt niet meegele-
verd.
Transportwielen monteren
1. Steek de as (afbeelding 1-2) vanaf de bui-
tenzijde door het wiel en door de buis (af-
beelding 1-1) en zet hem vast met de borg-
veer (afbeelding 1-3).
Standpoten monteren (KHS 5200)
1. Monteer de transportwielen aan beide voors-
te poten, zie onder "Transportwielen monte-
ren".
Let op!
De transportwielen worden alleen ge-
bruikt tijdens het transport van de kloof-
machine. Tijdens het kloven moeten de
transportwielen
worden gedemonteerd en worden ge-
monteerd in de parkeerpositie (afbeel-
ding B-11).
2. Kantel de kloofmachine op een van de zij-
kanten en monteer de voorste en achterste
poot.
3. Steek de poot (afbeelding 2-2 en afbeelding
4-2) tot de aanslag in het buisframe (afbeel-
ding 2-1 en afbeelding 4-1) en zet hem vast
met schroeven, plaatjes en veiligheidsmoe-
ren.
4. Kantel samen met een tweede persoon de
kloofmachine op de andere zijde, monteer de
overige poten en zet hem in weer rechtop.
5. Zet de kloofmachine verticaal (zuigerstang
naar boven) en schroef de standvoet (af-
beelding 3-1) aan de achterste poten.
6. Zet de kloofmachine rechtop en monteer de
dwarstabilisator aan de voorzijde (afbeelding
5-1) met behulp van de draadstang (afbeel-
ding 5-1).
van
de
standpoten
Aansluiting op het stroomnet
1. Stop de aansluitkabel in het stopcontact.
Bediening
Voorzichtig!
Kloofmachines mogen alleen worden
bediend als er geen ontbrekende of
defecte onderdelen zijn (bijv. bescherm-
plaat) en als de aansluitkabels niet zijn
beschadigd.
Voor ieder gebruik
1. Controleer de kloofmachine visueel.
2. De kloofmachine mag niet in bedrijf worden
genomen als onderdelen van de machine
ontbreken, defect zijn of loszitten.
3. Controleer de aansluitkabel visueel. Een
defecte aansluitkabel (bijv. met scheuren, in-
snijdingen, geklemde of geknikte plekken in
de isolatie) mag niet worden gebruikt.
4. Controleer visueel of er lekkages zijn in het
hydraulische systeem.
Kloofmachine in bedrijf nemen
Voorzichtig!
De kloofmachine mag slechts door één
persoon worden bediend.
1. Zet de kloofmachine horizontaal op een
effen, vaste ondergrond, bij voorkeur met
een lichte helling richting de bedieningshen-
del (omdat hier de ventielen zijn geplaatst).
Bij een hellende stand in de richting van de
kloofwig
vermindert
Zet de kloofmachine niet op de aansluitka-
bel!
2. Leg de aansluitkabel zo, dat deze niet knikt,
klemt of op een andere wijze kan worden
beschadigd.
Let op!
De
transportwielen
KHS 5200 mogen alleen worden ge-
bruikt om de kloofmachine te transporte-
ren. Bij het kloven moeten de transport-
wielen van de standpoten worden ge-
demonteerd en gemonteerd in de par-
keerpositie.
3. Draai de ontluchtingsschroef (afbeelding 6)
met 3 tot 4 draaiingen los.
Aanwijzing:
Draai de ontluchtingsschroef (afbeelding
6) na het kloven weer vast.
NL 3
de
kloofkracht.
bij
het
model