Algemene Veiligheidsaanwijzingen; Toestel- En Functiebeschrijving 3; Overzicht; Functie - Vaillant VPM 20 S Bedienungsanleitung

2.3

Algemene veiligheidsaanwijzingen

Gevaar voor verbranding door hete collectorvloeistof!
Hete collectorvloeistof kan door de veiligheidsklep in de
plaatsingsruimte wegstromen. De collectorvloeistof
wordt via de afblaasleiding in het opvangreservoir
gevoerd.
>
Zorg ervoor dat niemand door hete collectorvloeistof
in gevaar wordt gebracht.
>
Plaats het opvangreservoir op een stevige onder-
grond.
Bevriezingsgevaar
Als het zonnelaadstation VPM S langere tijd (bijv. in de
wintervakantie) in een onverwarmde ruimte buiten
dienst blijft, kan het warmwater in de zonnelaadstation
en in de leidingen bevriezen.
>
Zorg ervoor dat de ruimte waarin het zonnelaadsta-
tion is geïnstalleerd is, beschermd is tegen vorst.
Lekkage door mechanische spanningen
Ondeskundige installatie kan leiden tot lekkages.
>
Let u erop dat bij de aansluitleidingen geen mechani-
sche spanningen ontstaan om lekkages te vermijden!
>
Hang geen lasten aan de buisleidingen (bijv. kleding).
Veranderingen in de omgeving van het
zonnelaadstation
Aan de volgende installaties mogen geen wijzigingen
worden uitgevoerd, als wijzigingen de bedrijfsveiligheid
van het zonnelaadstation VPM S in gevaar kunnen bren-
gen:
– aan de bufferboiler VPS/2,
– aan de leiding van het zonnelaadstation VPM S en
naar het CV-toestel,
– aan de afblaasleiding en aan de veiligheidsklep voor
de collectorvloeistof
– aan de elektrische aanvoerleidingen en
– aan de bouwsubstantie.
De omgevingstemperatuur van de standplaats mag
maximaal 40 °C bedragen.
Gebruiksaanwijzing Zonnelaadstation VPM S 0020096091_00

Toestel- en functiebeschrijving 3

3 Toestel- en functiebeschrijving
3.1

Overzicht

Afb. 3.1 Overzicht van het zonnelaadstation
VPM 20 S/VPM 60 S
3.2

Functie

Het zonnelaadstation transporteert de hete collector-
vloeistof uit het zonnecollectorveld naar de boiler. Het
zonnelaadstation met geïntegreerde thermostaat is uit-
gerust met alle vereiste parameters.
Bij het zonnelaadstation zijn alle hydraulische en elektri-
sche modules geïntegreerd.
Een extra installatie van een collectorsensors of een
geheugensensors is niet nodig. Het zonnelaadstation
regelt de vereiste volumestroom zelfstandig (geen
instellingen nodig).
Indien gewenst kan de maximale temperatuur van de
aangesloten boiler, de standplaats van het systeem en
de tijd via de zonnesysteemregelaar VRS 620/3 worden
ingesteld.
Als beveiliging beschikt het zonnelaadstation over een
ingebouwde temperatuurbewaking. De temperatuurbe-
waking begrenst de maximale zonnelaadtemperatuur en
schakelt desgewenst de zonne-energiepomp uit.
Het zonnelaadstation werkt zelfstandig en zonder
bediening.
Veiligheid 2
BE 5
NL