INHoUDSoPGAVE | INSTALLATIE
Algemene aanwijzingen
1.
Algemene aanwijzingen ��������������������� 28
1.1
1.2
1.3
1.4
2.
3.
3.1
3.2
4.
4.1
4.2
5.
Montage ���������������������������������� 30
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
6.
6.1
6.2
INSTALLATIE
1. Algemene aanwijzingen
Dit document is bedoeld voor de installateur.
Aanwijzing
Lees deze handleiding voor gebruik zorgvuldig door
en bewaar deze.
overhandig de handleiding zo nodig aan een volgen-
de gebruiker.
1.1
Veiligheidsaanwijzingen
1.1.1 Opbouw van veiligheidsaanwijzingen
TREFWOORD Soort gevaar
Hier worden de mogelijke gevolgen vermeld, wan-
neer de veiligheidsaanwijzingen genegeerd wor-
den.
f Hier staan maatregelen om gevaren te voorko-
men.
28 |
1.1.2 Symbolen, soort gevaar
Symbool
Soort gevaar
Letsel
1.1.3 Trefwoorden
TREFWOORD
Betekenis
GEVAAR
Aanwijzingen die leiden tot zwaar letsel of overlijden,
wanneer deze niet in acht genomen worden.
WAARSCHU-
Aanwijzingen die kunnen leiden tot zwaar letsel of over-
WING
lijden, wanneer deze niet in acht genomen worden.
VooRZICHTIG
Aanwijzingen die kunnen leiden tot middelmatig zwaar
of licht letsel, wanneer deze niet in acht genomen wor-
den.
1.2 Andere aandachtspunten in deze
documentatie
Aanwijzing
Algemene aanwijzingen worden aangeduid met het
hiernaast afgebeelde symbool.
f Lees de aanwijzingsteksten grondig door.
Symbool
Betekenis
Materiële schade
(toestel-, gevolg-, milieuschade)
Het toestel afdanken
f Dit symbool geeft aan dat u iets moet doen. De vereiste
handelingen worden stap voor stap beschreven.
1.3 Geldende documenten
Bedienings- en installatiehandleiding van de warmte-
pomp of van het ventilatietoestel
1.4 Meeteenheden
Aanwijzing
Tenzij anders vermeld, worden alle afmetingen in mil-
limeter aangegeven.
2. Veiligheid
Installatie en ingebruikname evenals onderhoud en reparatie
van het product mogen alleen door een gekwalificeerde in-
stallateur worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING letsel
De naar buiten stromende koude lucht kan in de om-
geving van de luchtafvoer tot condensaatvorming
leiden.
f Voorkom bij lage temperaturen dat er slipge-
vaar ontstaat door natheid of ijsvorming op
aangrenzende voetpaden en rijbanen.
AWG 315 SR.2 / AWG 315 GL.2 / AWG 315 L.2