Batterijen Plaatsen/Vervangen - TOOLCRAFT CL15-G Bedienungsanleitung

Bewaar batterijen/accu's buiten het bereik van kinderen. Laat batterijen / accu's niet ronds-
lingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen of huisdieren ze inslikken.
Batterijen/accu's moeten altijd tegelijkertijd worden geplaatst of vervangen. Het door elkaar
gebruiken van oude en nieuwe batterijen/accu's in het apparaat kan leiden tot het uitvallen
van de batterijen/accu's en beschadiging van het apparaat.
Batterijen/accu's mogen niet uit elkaar worden gehaald, worden kortgesloten of worden
verbrand. Probeer nooit niet-oplaadbare accu's op te laden. Er bestaat explosiegevaar!
Zorg ervoor dat het elektrische snoer niet geplet, geknikt of door scherpe kanten be-
schadigd kan worden.
Plaats kabels altijd zo dat niemand erover kan struikelen of erin verstrikt kan raken. Bij het
niet naleven bestaat letselgevaar.
Het gebruik met accu's is mogelijk. Vanwege de lagere spanning (batterij = 1,5 V,
accu = 1,2 V) neemt de bedrijfstijd echter sterk af.
Wij adviseren u daarom het product uitsluitend met hoogwaardige alkalinebatterijen
te gebruiken, om een lange en betrouwbare werking te garanderen.
6 Bedieningselementen
1 Laservenster
2 Aan-/uit-knop met led
(rood en groen)
3 Batterijdeksel
4 Schuifschakelaar
1
5 Statiefbevestiging

7 Batterijen plaatsen/vervangen

Schuif het batterijvakdeksel aan de achterkant van
de kruislijnlaser naar buiten toe en trek het er voor-
zichtig vanaf.
Plaats drie batterijen van het type AAA met de juiste
polariteit. De positieve pool staat dienovereenkoms-
tig op de batterijen en in het batterijvak aangegeven.
Plaats het batterijvakdeksel er weer zo op dat dit
vastklikt.
8 Bediening
8.1 Het statief gebruiken
Via het statiefschroefdraad (5) aan de onderkant kan de kruislijnlaser bijv. op het meegeleverde
statief worden vastgeschroefd.
Het statief kan in hoogte worden aangepast. Lijn de bevestigingsplaat van het statief uit door
de geïntegreerde libel verticaal uit te lijnen.
8.2 Gebruik de automatische nivellering
Plaats de kruislijnlaser op een horizontaal, stevig oppervlak
of monteer hem op een statief.
Beweeg de schuifschakelaar (4) naar "Slot gesloten. De
laser wordt daarbij ingeschakeld!
De aan-/uit-knop (2) brandt rood als de kruislijnlaser zich buiten het zelfnivelleerbe-
reik bevindt en de laserlijnen knipperen.
De aan-/uit-knop (2) brandt groen als de kruislijnlaser zich binnen het zelfnivelleerbereik van
±4° bevindt.
Het nivelleerproces is afgesloten zodra de laserlijnen niet meer bewegen. U kunt nu bijvoorbe-
eld een horizontale en/of verticale lijn op de wand markeren om tegels e.d. te leggen.
Beëindig het gebruik door de schuifschakelaar (4) op "Schlot open" te schuiven.
Daarbij wordt de laser gedeactiveerd en bovendien het mechanisme van de automatische
nivellering in de kruislijnlaser gefixeerd. De kruislijnlaser is nu uitgeschakeld.
8.3 Gebruik zonder nivelleerfunctie
Æ
De kruislijnlaser kan daarbij in de hand worden gehouden of u gebruikt het meegeleverde
statief om de kruislijnlaser in een schuine stand te fixeren.
Druk op de aan-/uit-knop (2), de laser is nu actief en kan worden gebruikt.
Als de aan-/uit-knop (2) opnieuw wordt gedrukt, gaat de laser weer uit.
8.4 LED-statusindicatie
De led van de aan-/uit-knop geeft verschillende bedrijfstoestanden aan, die in de volgende
tabel zijn onderverdeeld.
Toestand
2 Batterij leeg
Nivellering OK
Buiten het nivelleerbereik
3
Automatische nivellering uit
8.5 Controleren van de verticale lijn
Plaats het apparaat ongeveer 5 m van een muur. Bevestig een peillood met een 2,5 m lang
koord op de muur en let erop dat het peillood vrij kan slingeren. Schakel het apparaat in en lin
de verticale laser uit met de loodlijn. De nauwkeurigheid ligt binnen de aangegeven tolerantie,
wanneer de afwijking tussen de laserlijn en de loodlijn niet meer dan ± 2,5 mm bedraagt.
4
8.6 Controleren van de horizontale lijn
Plaats het apparaat ongeveer 5 m van een muur en zet de laser aan. Markeer punt B op de
muur. Draai het laserkruis ca. 2,5 m naar rechts en markeer punt C. Controleer of de horizon-
tale lijn van punt C met punt B op ± 2,5 mm nauwkeurig overeenkomt. Herhaal de procedure
5
door de laser naar links te draaien.
8.7 Controle van de kalibratie
U heeft de mogelijkheid om de kalibratie van de laser te controleren. Plaats hiervoor het ap-
paraat in het midden tussen 2 muren, die minimaal 5 meter uit elkaar moeten staan. Schakel
het apparaat aan met actieve automatische nivellering. De beste kalibratieresultaten worden
bereikt als het apparaat op een statief is gemonteerd.
1. Markeer punt A1 op de muur.
2. Draai het apparaat 180° en markeer punt A2. U heeft nu een horizontale referentie tussen
3. Plaats het apparaat zo dicht mogelijk bij de muur ter hoogte van punt A1.
4. Draai het apparaat 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen de punten A2 en A3 is
Hierbij kan bijvoorbeeld een diagonale lijn op een muur worden geprojecteerd om de posi-
tie van meerdere foto's op de muur te kunnen markeren.
Als het nivelleerautomatisme is uitgeschakeld markeren de laserlijnen geen hori-
zontale of verticale lijnen omdat het mechanisme in de kruislijnlaser niet vrij kan
bewegen om zichzelf uit te lijnen!
de punten A1 en A2.
de tolerantie.
Als A2 en A3 meer dan 0,5 mm/m van elkaar verwijderd zijn, is een aanpassing
noodzakelijk (bij 4 m afstand komt dit overeen met een waarde van 2 mm). Neem
contact op met uw erkende dealer.
groen rood Laser
Uit Knippert Uit
Aan Uit Aan
Uit Aan Knippert
Uit Aan Aan