Powerline - Devolo MAGIC 1 LAN1-1 Handbuch

27 Configuratie
DNS-server: Adres van de naamserver; gebruikt
om namen om te zetten, bijv. www.devolo.global
LAN – IPv6
Link-lokaal adres: is geselecteerd door het appa-
raat en geldt voor het gebied "Link-locale Scope".
Het adres begint altijd met FE80 en wordt gebruikt
om verbindingen binnen een lokaal netwerk tot
stand te brengen zonder dat een globaal IP-adres
nodig is.
Protocol: Geeft aan welk protocol wordt gebruikt
voor adresconfiguratie – SLAAC of DHCPv6. IPv6
kent twee dynamische adresconfiguraties:
b
StateLess Address AutoConfiguration (SLAAC)
b
Stateful Address Configuration (DHCPv6)
De router (als gateway) geeft aan welke van deze
twee methoden wordt gebruikt. Dit gebeurt met
behulp van de M-bit in de routeradvertentie (RA)
en staat voor "Managed address configuration".
b
M-Bit=0: SLAAC
b
M-Bit=1: DHCPv6
SLAAC-adres: globaal IPv6-adres dat het apparaat
gebruikt om verbinding met het internet te maken.
DNS-server: Adres van de naamserver; gebruikt
om namen om te zetten, bijv. www.devolo.global
1-1
devolo Magic 1 LAN
Uitgebreide informatie over de getoonde
netwerkwerkgegevens vindt u in hoofdstuk
4.4 LAN.

4.3 Powerline

In het onderdeel Powerline staan functies en ge-
gevens over het pairen van Powerline en adapters.