Inbouw Van Bgc; Eerste Inbedrijfstelling; Onderhoud En Controle; Milieu En Recycling - STIEBEL ELTRON SBP 700 E Montageanleitung

Bijzonderheden m.b.t. SBP 700 E en
B
SBP 700 E SOL
De polyurethaanschuimdelen (16) aan
weerszijden kunnen worden verwijderd
zodat het voorraadreservoir op een veilige
wijze door de smalle gangen en krappe
deuropeningen kan worden getransporteerd.
Hiervoor moeten de vier bevestigingsbanden
(17) worden verwijderd door de
afsluitstukken los te draaien.
De afsluitstukken moeten zich tijdens de
montage in de buurt van een naad (segment
/ warmte-isolatie van voorraadreservoir)
bevinden.
Gebruiksaanwijzing voor het gebruik
van extra aansluitingen voor
dompelbuisjes voor voelers bij
voorraadreservoir SBP 700
Als er in het voorraadreservoir meerdere
dompelbuisjes voor voelers moeten worden
gemonteerd, zijn daarvoor onder de
schuimlaag boven en onder nog twee extra
aansluitingen (11) beschikbaar. Hiervoor
moet in de kunststofomhulling bij de
markering een opening worden gemaakt
(bijvoorbeeld met een 70 mm rondgatzaag).
De warmte-isolatie rondom de aansluiting
moet worden verwijderd zodat de
dompelbuisjes voor de voelers kunnen
worden gemonteerd. Vervolgens moet de
zelfklevende rozet op de kunststofomhulling
worden aangebracht (als afdekking van de
opening).
2.5 Inbouw van de BGC
Voor het elektrisch naverwarmen kunnen in
C
de SBP 200 E één BGC (naar keuze van
links of van rechts) en in de SBP 700 E
D
twee BGC's worden gemonteerd.
Hiervoor moet de afdekkap bij de
aansluitstomp worden verwijderd.
Voor het uitdraaien van de afsluitplug moet
een Leutel (SW 32) worden gebruikt.
2.6 WPKI 3
E
Opbouw van de bouwset
22 Aansluitstuk
23 Thermo-manometer
24 Kogelafsluiter
25 Veiligheidsventiel
26 Afsluitplug
27 Circulatiepomp (accessoire)
28 Aansluiting WP-aanvoerleiding G 1¼ A
29 Aansluiting WP-retourleiding G 1¼ A
30 Aansluiting met kogelafsluiter
(aanvoerleiding verwarming) G 1 ¼ I
31 Aansluiting met kogelafsluiter
(retourleiding verwarming) G 1 ¼ I
32 Aansluiting voor vul- en aftapkraan en
drukvat G ¾ A
33 Snelontluchter (op plaats van montage)
Montage
De WPKI 3-montageset wordt geleverd in
voorgemonteerde afzonderlijke
componenten.
Alle voorgemonteerde componenten zijn in
de fabriek afgedicht.
De thermo-manometer (23) kan afhankelijk
van de bouwkundige omstandigheden aan de
zijkant of voor aan het bochtstuk worden
aangebracht.
Hiervoor moet de thermo-manometer
worden vervangen door de afsluitplug (26).
Het wordt aanbevolen om de onderdelen
van de WPKI 3-montageset en de hiervoor
uitgekozen circulatiepomp vóór de montage
aan het voorraadreservoir, handvast aaneen
te schroeven.
Draai de schroefverbinding pas vast als alle
onderdelen aan het voorraadreservoir zijn
gemonteerd.
Sluit het drukvat en de vul- en aftapkraan aan
B
op de daarvoor bedoelde aansluiting (32).
Aanvoerleiding warmtepomp en
retourleiding warmtepomp naar de
warmtepomp aansluiten op posities (28) en
(29).
Het veiligheidsventiel mag op geen enkele
manier kunnen worden afgesloten van de
warmtebron.
Een buiten opgestelde lucht-water-
warmtepomp (WPL en verbindingsslangen)
moet op de plaats van montage van een
aftapkraan worden voorzien zodat de pomp
kan worden geleegd als hij in de alternatieve
modus is geschakeld en er kans op vorst is.
Alle afsluiters zijn dichtsluitende
C D
kogelafsluiters. De kogelafsluiters (24)
moeten worden geopend en gesloten met
een steeksleutel (SW 19).
Circulatiepomp
Met behulp van de
capaciteitskarakteristieken van de
pompen F en het drukverlies WPKI 3
G kan een overeenkomstige UP-
bouwset worden geselecteerd.
Voor een standaardinstallatie conform
aansluitschema
bouwset uit de volgende configuratietabel.
Configuratietabel
WPL 10 KW, TTL 10 KW
WPL 15 KW, TTL 15 KW
WPL 20 KW, TTL 20 KW
WPL 25 KW, TTL 25 KW
WPL 30 KW, TTL 30 KW
WPL 13, TTL 13
WPL 18, TTL 18
WPL 23, TTL 23
WPL 33, TTL 33
WPWE 8 KW, TTW 8 KW
WPWE 11 KW, TTW 11 KW
WPWE 14 KW, TTW 14 KW
H
adviseren wij een UP-

2.7 Eerste inbedrijfstelling

(mag uitsluitend door een deskundig
installateur worden uitgevoerd)
Boiler vullen en ontluchten
1
1
2
Werking van veiligheidsventiel
2
3
controleren
3
4
4
5
5
2.8 Onderhoud
6
6
Stel het veiligheidsventiel regelmatig in
7
7
werking totdat al het water eruit is gelopen.
Sluit het veiligheidsventiel na controle. 8
8
9
9
10
10
11
11
12
12
13
13
14
14
15
15

3. Milieu en recycling

16 16
17
Wij verzoeken u ons bij de bescherming van 17
het milieu behulpzaam te zijn. Verwijder de
18
18
verpakking daarom overeenkomstig de voor
19
19
de afvalverwerking geldende nationale
20
voorschriften.
20
21
21
22

4. Garantie

22
23
23
Aanspraak op garantie bestaat uitsluitend in
24
24
het land waar het toestel gekocht is.
U dient zich te wenden tot de vestiging van
Stiebel Eltron of de importeur hiervan in het
betreffende land.
De montage, de electrische
installatie, het onderhoud en de
eerste inbedrijfname mag uitsluitend wor-
den uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
defecte toestellen, welke niet volgens de
bijgeleverde gebruiks- en montage-
aanwijzing zijn aangesloten of worden
gebruikt.
11