Ferroli OMNIA ST 3.2 Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung Seite 405

OMNIA ST 3.2
9) Inspecties van elektrische toestellen
Reparatie en onderhoud van elektrische onderdelen moeten een eerste veiligheidscontrole en inspectieprocedures van de componenten omvatten. Als er een storing
is die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag u de stroomtoevoer niet op het circuit aansluiten totdat de storing naar behoren is verholpen. Als de storing niet on-
middellijk verholpen kan worden maar het noodzakelijk is door te gaan met werken en een geschikte tijdelijke oplossing te gebruiken. Dit moet gemeld worden aan de
eigenaar van de apparatuur, zodat alle partijen op de hoogte zijn.
De initiële veiligheidscontroles moeten het volgende omvatten:
• dat condensatoren ontladen worden: dit moet veilig gebeuren om de kans op vonken te vermijden;
• dat er geen elektrische onderdelen en kabels onder spanning staan tijdens het laden, terugwinnen of doorspoelen van het systeem;
• dat er continuïteit is in de aardverbinding.
10) Reparaties aan afgedichte onderdelen
a) Tijdens reparaties aan afgedichte onderdelen moeten alle stroomvoorzieningen losgekoppeld worden van de apparatuur waaraan gewerkt wordt, voordat afgedich-
te deksels, enz. verwijderd worden. Als het absoluut noodzakelijk is om de apparatuur tijdens het onderhoud van elektrische stroom te voorzien, moet op het meest
kritieke punt een permanent werkende lekdetector geplaatst worden om te waarschuwen voor een mogelijk gevaarlijke situatie.
b) Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het volgende, opdat bij werkzaamheden aan elektrische onderdelen de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd dat
het beschermingsniveau wordt aangetast. Dit omvat beschadiging van kabels, te veel aansluitingen, klemmen die niet aan de oorspronkelijke specificaties voldoen,
beschadiging van afdichtingen, onjuiste montage van wartels, enz.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed gemonteerd is.
• Controleer of de afdichtingen of dichtingsmaterialen niet zodanig verslechterd zijn dat zij niet langer het binnendringen van ontvlambare atmosferen verhinderen.
Vervangende onderdelen moeten voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING
Het gebruik van een siliconenkit kan de werking van sommige soorten lekdetectieapparatuur belemmeren. Intrinsiek veilige componenten moeten niet
geïsoleerd worden voordat er aan gewerkt wordt.
11) Reparatie van intrinsiek veilige componenten
Breng geen permanente inductieve of capacitieve belastingen op het circuit aan zonder u ervan te vergewissen dat de toegestane spanning en stroomsterkte voor de
gebruikte apparatuur niet overschreden worden. Intrinsiek veilige componenten zijn de enige types waaraan men kan werken in aanwezigheid van een ontvlambare
atmosfeer. De testapparatuur moet op de juiste waarde ingesteld zijn. Vervang onderdelen alleen door onderdelen die door de fabrikant gespecificeerd zijn. Andere
onderdelen kunnen het koelmiddel doen ontbranden in geval van een lek.
12) Bedrading
Controleer de bedrading op slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere nadelige omgevingsinvloeden. Bij de controle moet ook rekening
worden gehouden met de gevolgen van veroudering of voortdurende trillingen van bronnen zoals compressoren of ventilatoren.
13) Opsporing van ontvlambare koelmiddelen
In geen geval mogen potentiële ontstekingsbronnen gebruikt worden om koelmiddellekken te zoeken of op te sporen. Er mag geen halogenide toorts (of een andere
detector die een open vlam gebruikt) gebruikt worden.
De volgende lekdetectiemethoden worden aanvaardbaar geacht voor systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten.
Elektronische lekdetectors moeten gebruikt worden om ontvlambare koelmiddelen op te sporen, maar de gevoeligheid is misschien niet voldoende of moet opnieuw
gekalibreerd worden (de detectieapparatuur moet gekalibreerd worden in een koelmiddelvrije ruimte). De lekdetectieapparatuur moet worden ingesteld op een per-
centage van de LFL van het koelmiddel en moet worden gekalibreerd aan de hand van het gebruikte koelmiddel en het juiste percentage gas (maximaal 25%) moet
worden bevestigd.
Lekdetectievloeistoffen zijn ook geschikt voor gebruik met de meeste koelmiddelen, maar het gebruik van chloorhoudende schoonmaakmiddelen moet vermeden
worden, omdat chloor met het koelmiddel kan reageren en de koperen leidingen kan aantasten.
OPMERKING
Voorbeelden van lekdetectie zijn:
• bubbelmethode
• methode met fluorescerende stoffen
Indien een lek wordt vermoed, verwijder/doof dan alle open vlammen.
Als er een koelmiddellek wordt ontdekt dat gesoldeerd moet worden, haalt u al het koelmiddel uit het systeem of isoleert u het (met afsluitkleppen) in een deel van
het systeem dat niet bij het lek is.
De verwijdering van het koelmiddel moet gebeuren overeenkomstig clausule DD.9.
14) Verwijdering en leegmaken
Wanneer u in het koelcircuit gaat om reparaties voor een ander doel uit te voeren, moeten de conventionele procedures worden gevolgd. Het is echter belangrijk de
beste werkwijze te volgen, want ontvlambaarheid is een gevaar. De volgende procedure moet worden gevolgd:
• Verwijder het koelmiddel;
• Spoel het circuit door met inert gas;
• Leegmaken;
• Spoelen met inert gas;
• Open het circuit door te snijden of te lassen.
Code 3541V991 - Herz. 05 - 06/2022
405
NL