Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
BELANGRIJK! Het product mag alleen worden gebruikt door personen die hiervoor zijn opgeleid.
Controleer of het product niet beschadigd is tijdens het transport. Gebruik alleen met schone, droge lucht.
Sluit de luchtslang aan op de daarvoor bestemde aansluiting.
•
Het verfreservoir of de verfslang moeten aangesloten worden op de verfaansluiting.
•
Spoel de verfkanalen van de verfspuit met een geschikt oplosmiddel.
•
•
Giet de verf in het verfreservoir, test de verfspuit en stel het verfdebiet en de spuitbreedte af.
Max. bedrijfsluchtdruk
Geluidsniveau
Temperatuur
Toevoer
Volume
Werkdruk
Luchtstroom
Diameter, luchtmondstuk
Diameter, verfmondstuk:
- Diameter ventilator
- Verfdebiet
Geluidsdrukniveau, LpA
Geluidsvermogensniveau, LwA
Trillingsniveau
Draag altijd gehoorbescherming!
De correcte luchtdruk is 2-3 bar.
•
De aanbevolen verfviscositeit is afhankelijk van de verf- en
omgevingsomstandigheden bij het spuiten (18 ± 2 s
aanbevolen).
Gebruik een zo laag mogelijk debiet. Dit zorgt voor betere
•
resultaten bij de verneveling.
De afstand tussen de verfspuit en het werkstuk moet zo klein
•
mogelijk zijn (150-200 mm).
Houd het verfspuitpistool altijd haaks op het werkstuk.
•
Beweeg het verfspuitpistool horizontaal in rechte lijnen.
•
Indien u het verfspuitpistool heen en weer beweegt, leidt dit tot
•
een onregelmatige verflaag.
WAARSCHUWING!
Sluit de lucht- en verftoevoer naar het spuitpistool af en druk de trekker in om de druk af te laten
•
voorafgaand aan demontage, reiniging en/of onderhoud.
Het verfpistool bevat scherpe onderdelen - gevaar voor snijwonden.
•
Het product mag alleen worden gedemonteerd door personen die hiervoor zijn opgeleid.
•
1.
Giet de overgebleven verf in een ander reservoir en reinig de verfkanalen en het luchtmondstuk.
Spuit een kleine hoeveelheid oplosmiddel door het spuitpistool om de verfkanalen te reinigen.
Gebrekkige reiniging kan tot onbehoorlijke spuitpatronen leiden en/of deeltjes in de verf achterlaten.
Reinig de verfspuit zo snel en grondig mogelijk na gebruik van tweecomponentenverf.
2.
Reinig de overige onderdelen met oplosmiddel en de bijgeleverde borstel met een doek.
3.
Reinig de verfkanalen grondig voordat u de verfspuit demonteert.
4.
Verwijder de verfnaald voordat u de verfspuit demonteert of houd de naald ingeschoven, anders kan
de zitting beschadigd raken.
5.
Plaats de verfnaald terug en schroef de verfnaaldpakking met de hand vast. Draai deze daarna
voorzichtig vast met een moersleutel. Stel de pakking af terwijl u de trekker indrukt en de beweging
van de verfnaald controleert. Draai niet te stak vast. Dit vertraagt de beweging van de verfnaald, wat
tot lekkage uit het spuitmondstuk leidt.
6.
Draai in dat geval de pakking linksom los tot de naald vrij kan bewegen zonder dat er verf lekt.
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS
6 bar
74,8 dB(A)
5–40 °C
Eigen druk
100 ml
1,5 bar
70 l/min
4,2 mm
0,8 mm
80-130 mm
30-80 ml/min
67 dB(A), K = 3 dB
78 dB(A), K = 3 dB
< 2,5 m/s², K = 1,5 m/s²
AANWENDING
ONDERHOUD
26
1,0 mm
80-130 mm
30-80 ml/min
Werbung
Inhaltsverzeichnis
