Overige
De camera werkt niet.
Gebruik het type accu dat in deze camera kan worden gebruikt (blz. 132).
•
De accu is bijna leeg (De E indicator wordt afgebeeld). Laad de accu op (
•
dit eerst").
De camera staat in de energiebesparingstand. Druk op de sluiterknop of de
•
(Weergave) om de energiebesparingfunctie te annuleren.
Als het LCD-scherm, tegen het camerahuis aan, gesloten is en de FINDER/AUTO/LCD-staat
•
in de stand LCD, is bediening van de camera, met bijvoorbeeld de MENU-toets, niet
mogelijk. Zet de schakelaar in de stand FINDER of verander de hoek van het LCD-scherm.
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de accu en plaats na een
•
minuut de accu terug en schakel de camera in. Als dit niet helpt moet u de camera terugstellen
(blz. 112).
Ik ken de betekenis van een indicator op het scherm niet.
Zie blz. 18.
•
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
•
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 133).
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
Stel de datum en tijd opnieuw in (
•
U kunt de camera niet met een los verkrijgbare accessoire, zoals een
afstandsbediening, in- of uitschakelen.
Als de POWER-schakelaar in de stand OFF staat kunt u de camera niet met een los
•
verkrijgbare accessoire, zoals een afstandsbediening, bedienen. Zet de POWER-schakelaar in
de stand ON (
NL
124
t
stap 2 in "Lees dit eerst").
t
stap 2 in "Lees dit eerst").
stap 1 in "Lees
t
-toets