Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
•
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is
•
veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
•
de camera (blz. 106) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
•
printer, enige tijd duren.
NL
123