organisatie, waarbij altijd identieke
vervangende onderdelen moeten
worden gebruikt.
DE ONDERSTE BESCHERMKAP CONTROLEREN (AFB. 1)
1. Zet het gereedschap uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
2. Draai de hendel van de onderste beschermkap
(afb. 1, k) uit de geheel gesloten positie naar de
geheel geopende positie.
3. Laat de hendel (k) los en zie erop toe dat de
beschermkap (i) naar de geheel gesloten posite
terugkeert.
Het gereedschap moet in een officieel erkend
servicecentrum worden nagezien, als de
beschermkap:
• niet terugkeert in de geheel gesloten positie,
• met horten en stoten of langzaam beweegt, of
• contact maakt met het zaagblad of met een
deel van het gereedschap onder alle hoeken en
bij alle zaagdiepten.
Zaagdiepteafstelling (Afb. 5–7)
1. Maak de hendel voor de diepteafstelling (p) los
door de hendel omhoog te halen.
2. Zet voor de juiste zaagdiepte de nok (q) op
de strook voor de diepteafstelling tegenover
het juiste merkteken op de bovenste
zaagbladbeschermkap (l).
3. Zet de diepteafstellingshendel vast.
4. Zet voor de meest efficiënte werking met een
zaagblad met een carbide tip de diepteafstelling
zo, dat ongeveer de helft van een tand onder
het oppervlak van het te zagen hout uitsteekt.
5. In afbeelding 7 wordt een methode getoond
voor het controleren van de juiste zaagdiepte.
Leg een stuk van het materiaal dat u wilt
gaan zagen langs het zaagblad, zoals in de
afbeelding wordt getoond, en kijk hoeveel van
een tand buiten het materiaal steekt.
Afstelling afschuinhoek (afb. 8)
U kunt het mechanisme voor de afschuinhoek (g)
afstellen tussen 0° en 48°.
1. Maak de knop voor de aanpassing van de
afschuinhoek (f) los door de knop te draaien.
2. Kantel de voetplaat naar het merkteken
van de afschuinhoek van uw keuze op de
draaibeugel (u).
3. Draai de knop voor de aanpassing van de
afschuinhoek weer vast door de knop te
draaien.
Indicator zaagsnede (afb. 9)
De voorzijde van de zaagschoen heeft een indicator
voor de zaagsnede (t) voor verticaal zagen en onder
een schuine hoek zagen. Met deze indicator kunt
u de zaag langs zaaglijnen geleiden, die u op het
te zagen materiaal hebt afgetekend. De indicator
wijst naar de linker (binnen)zijde van het zaagblad,
waardoor de sleuf of "zaagsnede" die door het
draaiende zaagblad wordt gezaagd, rechts van
de indicator uitkomt. De nokken op de grondplaat
geven de stand voor 0˚ en 45˚ aan.
Verstelbare snoerbescherming
(afb. 10)
Met de verstelbare snoerbescherming (v) kunt u het
snoer verticaal of parallel aan het zaagblad plaatsen.
Het snoer is in de verticale stand wanneer het
gereedschap wordt verzonden af-fabriek.
NAAR DE PARALLELLE STAND VERPLAATSEN (AFB. 10A)
1. Druk de snoerbescherming (v) in, zoals door de
pijl wordt aangeduid.
2. Draai de snoerbescherming naar rechts in de
parallelle stand.
NAAR DE VERTICALE STAND VERPLAATSEN (AFB. 10B)
1. Druk de snoerbescherming (v) in, zoals door de
pijl wordt aangeduid.
2. Draai de snoerbescherming naar links in de
verticale stand.
De Parallelle Langsgeleiding
monteren en afstellen (afb. 11)
De parallelle langsgeleiding (w) wordt gebruikt voor
het zagen parallel aan de rand van het werkstuk.
MONTEREN
1. Plaats de knop voor de afstelling van de
parallelle langsgeleiding (x) in gat (aa), zoals
in Afbeelding 11 wordt getoond, waarbij u de
knop niet vastzet omdat anders de parallelle
langsgeleiding niet kan passeren.
2. Steek de parallelle langsgeleiding (w) in de
grondplaat (h), zoals in Afbeelding 11 wordt
getoond.
3. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding (x)
vast.
AFSTELLEN
1. Draai de afstellingsknop van de langsgeleiding
(x) los en zet de parallelle langsgeleiding (w)
op de gewenste breedte. U kunt de afstelling
aflezen van de schaalverdeling van de
langsgeleiding.
NEDERLANDS
89