Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

BASETech IR-30 WM Bedienungsanleitung Seite 11

Wandmontiertes ir-thermometer
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

7 Plaatsen en monteren
7.1 Kies een geschikte locatie
Het kiezen van een geschikte locatie bepaalt de effectiviteit en nauwkeurigheid van het pro-
duct.
Kies een locatie die niet direct wordt blootgesteld aan airconditioning en koelventilatoren.
7.2 Bevestigen met behulp van de ophanggaten
Met behulp van de ophanggaten en geschikte schroeven kunt u het product aan de muur
hangen.
Boor indien nodig gaten en plaats pluggen. WAARSCHUWING! Kortsluitingsgevaar en
letselgevaar! Controleer vóór het boren op verborgen draden of leidingen onder het
oppervlak.
7.3 Bevestigen op een statief
Bevestig het product op een statief met behulp van de statiefschroefdraad.
7.4 Bevestigen met behulp van de zelfklevende montageplaat
Met behulp van de zelfklevende montageplaat hangt u het product aan de muur.
Om te monteren:
1. Reinig het oppervlak waarop u de montageplaat wilt plakken. Zorg ervoor dat het vrij is
van vet en olie.
2. Verwijder de beschermlaag van de montageplaat.
3. Plak de montageplaat op het oppervlak. Verwijder alle lucht die onder de plaat is opge-
sloten.
4. Plaats geschikte schroeven in de schroefdraad van de montageplaat. Zorg ervoor dat ze
goed vastzitten.
5. Hang het product op aan de ophanggaten in de productbehuizing.
8 De voeding instellen
U kunt het product voeden via een batterij of een USB-voeding.
8.1 Voeding via USB
Sluit een USB-voeding (5 V/DC, min. 500 mA) aan op de USB-C™-poort op het product om
het product via USB van stroom te voorzien.
8.2 Batterijen plaatsen
Opmerking:
Als er een isolatiestrookje uit het batterijvak steekt, dan zijn de batterijen al geïnstalleerd.
Strek dit strookje eruit om de voeding te activeren.
V
:
OORWAARDEN
a
Bereid het vereiste aantal batterijen van het juiste type voor, zoals vermeld in het gedeel-
te "Technische gegevens".
1. Ontgrendel het deksel van het batterijvak en verwijder het.
2. Plaats de batterijen in het batterijvak en let op de polariteitsmarkeringen in het vak.
3. Bevestig het deksel van het batterijvak en vergrendel het. Als er een afdichting aanwezig
is, zorg er dan voor dat deze er goed op zit en het niet te beschadigen wanneer u het
deksel bevestigt.
9 In-/uitschakelen
1. Schuif de schakelaar On/Off op On om het aan te zetten.
2. Schuif na gebruik de schakelaar On/Off naar Off om het uit te zetten.
10 Configureren
Beschikbare instellingen:
Hoofdinstelling
Displayweergave
Temperatuureenheid
F1
Volume
F4
Achtergrondverlichting
F5
Taak
F6
Selectie van type uitgangs-
F7
signaal
(voor extern circuit)
Een aanpassen instellen:
1. Druk op de knop SET om de configuratiemodus te openen.
2. Blijf op de knop SET drukken totdat de displayweergave zoals weergegeven in de boven-
staande tabel verschijnt.
3. Gebruik de navigatieknop |<< of >>| om instellingen aan te passen.
4. Druk op de knop SET om op te slaan.
Volgende: Terug naar bedrijfsmodus, houd de knop SET ingedrukt totdat het display de
configuratiemodus verlaat.
11 Meettemperatuur
11.1 Werkingsmodi
Modus
Werkt
Opper-
vlak
Tellen
11.2 Een bedrijfsmodus selecteren
Om een modus te selecteren:
1. Houd de knop SET ingedrukt totdat F2 op het display verschijnt.
2. Gebruik de navigatieknop |<< of >>| om een modus te selecteren: werkmodus (display:
3. Druk op de knop SET om op te slaan.
Volgende: Terug naar bedrijfsmodus, houd de knop SET ingedrukt totdat het display de
configuratiemodus verlaat.
11.3 Temperatuur meten in de werkmodus
11.3.1 De temperatuuralarmdrempel instellen
Na het instellen van de temperatuuralarmdrempel klinkt er een hoorbaar alarm wanneer een
temperatuurmeting gelijk is aan of hoger is dan de drempelwaarde.
Om de drempel in te stellen:
1. Houd de knop SET ingedrukt totdat F3 op het display verschijnt.
2. Gebruik de navigatieknop |<< of >>| om de temperatuurdrempel in te stellen (+37 tot +38
3. Druk op de knop SET om op te slaan.
Volgende: Terug naar bedrijfsmodus, houd de knop SET ingedrukt totdat het display de
configuratiemodus verlaat.
11.3.2 Meettemperatuur
Meet de temperatuur in het werkmodusbereik.
V
a
a
1. Activeer de werkmodus (display: leeg).
2. Plaats de sensor bij het voorwerp. Houd ongeveer 5 - 10 cm tussen voorwerp en sensor
Instellingen
°C, °F
Laag naar hoog, gedempt
Aan, Uit
CH: Chinees
EN: Engels
S1: "Schakelaar"-modus
S2: Pulsmodus
Toepassing
Hoe het werkt
Meet oppervlakte-
De temperatuurmeting wordt
temperatuur.
weergegeven op het display.
De gebruiker wordt geïnformeerd
over normale of abnormale tem-
peratuurmetingen.
De gemeten temperatuur wordt
vergeleken met de ingestelde
temperatuurdrempel. Als de me-
ting de drempel overschrijdt,
wordt de gebruiker gewaar-
schuwd.
Meet oppervlakte-
De temperatuurmeting wordt
temperatuur.
weergegeven op het display.
Bijvoorbeeld: ge-
rechten
Tel elke lezing.
Elke succesvolle meting ver-
hoogt de teller (n+1). De teller
wordt weergegeven.
leeg), telmodus (display: Count Mode), of oppervlaktemodus (weergave:
Surface Mode).
°C).
:
OORWAARDEN
(Als u het product naar een nieuwe locatie heeft verplaatst) heeft het product minstens
30 minuten nodig om zich aan de nieuwe omgevingsomstandigheden aan te passen.
U heeft de temperatuuralarmdrempel ingesteld.
aan.
à
Het display toont de gemeten temperatuur.
à
De temperatuurevaluatie wordt voorgelezen.
à
Als er een PIEP klinkt en de indicatielampjes GROEN zijn: Lezing is onder de drem-
pel
à
Als het ALARM klinkt en de indicator knippert ROOD: Lezing is gelijk aan of hoger
dan de drempel. Deze status wordt na een paar seconden gereset.
à
Als het display LO (onderste uiteinde) of HI (bovenste uiteinde) toont en er klinkt een
geluidssignaal: de lezing is buiten het bereik
Temperatuurbereik
Meetbereik:
+35 tot +42 °C
Waarschuwingsbereik:
+37 tot +38 °C
Meetbereik:
0 tot +50 °C
11

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

2347551

Inhaltsverzeichnis