Een Naad Vullen Zonder Spuitlucht: - Berner DL 5070 Bedienungsanleitung

4.2.3.2 Een oppervlak coaten:
Houd het mondstuk op ongeveer 20 cm haaks boven het oppervlak.
Door de spuitlucht en materiaaltoevoer te regelen, kunt u het gewenste
spuitpatroon instelle:
- Een beperkte materiaalstroom geeft fijnere structuren
- De combinatie beperkte hoeveelheid spuitlucht en beperkte materiaalstroom
geeft smallere spuitvlakken
Probeer de instelling eerst uit met spuittests.

4.2.3.3 Een naad vullen zonder spuitlucht:

Draai de regeling van de spuitlucht helemaal dicht (blauwe stelschroef), houd het
mondstuk schuin op het oppervlak en vul de naad in een gelijkmatige beweging.
Sluit het mondstuk niet af door het plat op het oppervlak te houden.
In dat geval kan het middel via het binnenste en buitenste mondstuk in het pistool
terechtkomen, waardoor het apparaat beschadigd zou raken.
4.3 Verwerking van niet-spuitbare afdichtmassa's:
4.3.1 Voorbereiding van de patroon
Alleen voor het vullen van naden geschikte middelen mogen worden verwerkt met enkelvoudige mondstukken die daarvoor zijn
bedoeld. Die zijn meegeleverd met de patronen.
De patroon moet worden voorbereid overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant, in functie van het type patroon en het te ver-
werken materiaal:
Gebruik uitsluitend onbeschadigde patronen!
Gebruik alleen schone, ongebruikte mondstukken!
Gebruik uitsluitend nieuw materiaal!
De voorschriften van de fabrikant voor verwerking en opslag van de patronen moeten in acht worden
genomen.
Procedure:
- Perforeer de aluminium patronen aan de onderzijde met een geschikt gereedschap en verwijder het anticondensmateriaal
binnenin.
- Snijd het uiteinde van de patroon af of perforeer het met een geschikt gereedschap.
- Draai een mondstuk voor verwerking (meegeleverd met de patroon) op de patroon.
- Snijd het uiteinde van het mondstuk af op de gewenste breedte.
- Verwarm de patroon voor conform de aanwijzingen van de fabrikant
- Plaats de patroon in de patroonbuis. Druk de telescopische zuiger samen met de patroon naar achteren tot in de startpositie.
- Draai de zwarte patroonmoer stevig op de patroonbuis.
De schroefdraad van de moer en die van de patroonbuis moeten vuilvrij zijn.
Controleer bij gebruik steeds eerst of de patroonmoer goed is aangedraaid.
4.3.2 Persluchtaansluiting:
De toevoer van de perslucht kan worden geregeld met de instelschroeven op de handgreep, zoals beschreven in 4.2.2.
Draai de toevoer van de spuitlucht helemaal dicht (blauwe stelschroef). De werksnelheid kan met de rode stelschroef worden gere-
geld, afhankelijk van de taaiheid van het materiaal.
4.3.3 Het middel verwerken:
Houd het mondstuk schuin tegen het oppervlak en druk de trekker in. Zie 4.2.3 voor meer informatie.
NL