Kinderkraft EVERYDAY Bedienungsanleitung Seite 52

VII ZITJE POSITIES De zitting heeft 3 posities: liggend, half liggend en zittend, verstelbaar met de hendel voor het verstellen
van de rugleuning (Afb.S.I). Als de zitting voorwaarts gericht is gemonteerd, kan de ligpositie alleen worden ingesteld als de
stuurhendel in de hoogste positie wordt uitgeschoven.
VIII VERSTELLING VAN DE VOETSTEUN De voetsteun kan in één van de 4 posities worden versteld. Druk tegelijkertijd op de
knoppen aan beide zijden van de voetsteun en stel deze in op de gewenste positie (Afb.S.II)
IX AANPASSING VAN DE OUDERHENDEL De handgreep voor de ouders wordt aangepast door de knop in het midden van
de handgreep in te drukken en de handgreep omhoog of omlaag te trekken. U kunt de hoogte van de handgreep instellen
op een van de 2 niveaus (Afb.T).
X MONTAGE VAN HET MUSKIETENNET, ZONNESCHERM, BEKERHOUDER EN DE REGENHOES Bevestig de bekerhouder op
de pin aan de rechterzijde van het raamwerk van de kinderwagen.
Leg het muskietennet op de zitting en zet het vast met riemen aan de achterkant van de zitting (Afb.U).
Zet de regenhoes op de wagen en bevestig deze met de drukknopen (Afb.V).
Zet het zonnescherm op de wagen en bevestig het met de sluitingen en riemen, die onder de voetsteun moeten worden
vastgemaakt (Afb.W).
XI INKLAPPEN VAN DE KINDERWAGEN Klap de overkapping op. Druk tegelijkertijd op de ontgrendelingsknop en trek beide
inklaphendels naar elkaar toe om de wagen in te klappen. Zodra de wagen volledig is ingeklapt, klikt het vergrendelelement
vanzelf vast (Afb. X). Om de grootte van de kinderwagen in de ingeklapte vorm te minimaliseren, moet de voetsteun naar
beneden worden gebracht. Zet de rugleuning bovendien in de hoogste positie voor het eenvoudig inklappen van het
raamwerk. De wagen kan worden ingeklapt met de zitting gemonteerd in de voorwaartse of achterwaartse richting. De
kinderwagen heeft een staande positie wanneer deze is opvouwen, om dit te doen, vergrendelt u de voorwielen om
rechtdoor te rijden en zet u de handgreep van de ouder in de tweede positie.
XII DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING VAN DE ZITTING De afdekking van de zitting kan worden afgedaan om deze te wassen.
De eerste stap is het verwijderen van de overkapping door met de hand, de haken aan beide zijden te ontgrendelen en de
drukknopen die de overkapping met de bekleding verbinden los te koppelen en de overkapping te verwijderen (Afb.Y). Maak
vervolgens de riem aan de onderkant van de zitting los, maak het klittenband op de voetsteun los en vervolgens de vier
klittenbanden aan de onderkant van de zitting (Afb.Z). Verwijder de zitting (Afb.A'). Verwijder het inlegstuk dat zich aan de
binnenkant van de afdekking bevindt, en steek eerst alle schouder- en kruisgordels door de gaten in het inlegstuk en de
afdekking (Afb. B').
XIII DEMPINGSVERSTELLING De demping heeft twee verstelmogelijkheden (zacht "I" en hard "II"), afhankelijk van het
lichaamsgewicht van het kind en het type oppervlak. Om de demping af te stellen, zet u de hendel op de achteras in de
gewenste positie, zoals weergegeven in afbeelding C'.
XIV INSTALLATIE VAN EEN AUTOSTOELTJE OP EEN KINDERWAGENFRAME De meegeleverde adapters zijn compatibel met
de volgende autostoelen: Kinderkraft®, Kiddy®, Maxi Cosi®, Cybex®, BeSafe®, Nuna® en passen op de modellen: Kinderkraft
MINK, Kiddy Evoluna I-Size 2, Evolution Pro 2, Cybex Aton, Aton 2, Aton Q, Maxi Cosi Mico, Mico AP, Mico NXT, Mico Max
30, Citi, Cabrio, CabrioFix, BeSafe iZi Go, iZi Go Modular, Nuna Pipa. Plaats de adapters aan beide zijden van het kinderzitje.
Wanneer u de stoel op het kinderwagenframe monteert, steekt u deze in de daarvoor bestemde connectors aan een kant
van de kinderwagen totdat deze vastklikt (Afb.D'). Druk bij het demonteren van het zitje op de knoppen aan beide kanten
en trek deze omhoog.
Autostoeltjes voor de allerkleinsten moeten altijd tegen de rijrichting in geplaatst worden.
XV ZORG EN ONDERHOUD. Het is de verantwoordelijkheid van de koper om te zorgen voor de juiste installatie van alle
functionele elementen en om passend onderhoud en afstellingen uit te voeren om de kinderwagen in goede technische
staat te houden. De kinderwagen moet periodiek worden gecontroleerd op mogelijke gebreken. Beneden volgen belangrijke
onderhoudswerkzaamheden om de veiligheid van uw kind te waarborgen en te voorkomen dat het product zijn waarde
verliest:
• Controleer de sterkte en veiligheid van alle klinknagels en verbindingen.
• Controleer alle bevestigingsinrichtingen en wielen en hun banden en vervang of repareer deze indien nodig.
• Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen zijn in orde met speciale aandacht voor de hoofd- en extra bevestigingen die
te altijd vrij moeten kunnen bewegen.
Gebruik nooit de kinderwagen in geval van twijfel over het juiste gebruik of vermoeden van enig gevaar. Gebruik alleen
reserveonderdelen die door de fabrikant zijn geleverd of aanbevolen. Als de wielen piepen, smeer de assen dan met een
dunne laag silicon. Gebruik geen producten op basis van olie of vet omdat deze vuil aantrekken dat juiste beweging
belemmert.
XVI REINIGING Wij raden u aan als de chassisonderdelen van de kinderwagen zijn aan zout water blootgesteld om ze zo
snel mogelijk met zoet water te spoelen (uit de kraan).
Was in water dat niet warmer is dan
30°, zacht proces.
Niet bleken
Niet in de droogtrommel drogen
Niet wassen. Reinig met een vochtige doek en
zacht reinigingsmiddelen.
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
52