Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Fora Diamond CUFF BP Bedienungsanleitung Seite 52

Blutdrucküberwachungssystem
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Diamond CUFF BP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Bloeddrukmeting
Symptoom
Oorzaak
Batterijen leeg.
Er wordt niets
De batterijen
weergegeven na
zijn verkeerd
het drukken op de
geïnstalleerd of
voedingsknop.
er is geen batterij
geïnstalleerd.
Beweging tijdens
meting.
De hartslag is
hoger/lager dan het
De meting is direct
gemiddelde van de
na een training
gebruiker.
genomen.
Mogelijk niet in de
correcte positie
Het resultaat is
tijdens de meting.
hoger/lager dan de
gemiddelde meting
De bloeddruk
van de gebruiker.
varieert af en toe op
natuurlijke wijze.
Referentiewaarden
Bloeddruk
Wat te doen
De menselijke bloeddruk verhoogt op natuurlijke wijze na het
Vervang de
bereiken van de middelbare leeftijd. Dit symptoom is een resultaat
batterijen.
van de continue veroudering van de bloedvaten. Andere oorzaken
omvatten diabetes, gebrek aan oefening en cholesterol (LDL) die zich
Controleer of de
vasthecht aan de bloedvaten. Een verhoogde bloeddruk versnelt
batterijen correct
de verharding van de aders en het lichaam wordt gevoeliger voor
zijn geïnstalleerd.
beroerten en hartinfarcten.
Definities en classificatie van bloeddrukniveaus volgens 2007 ESH-ESC
Meting herhalen.
Praktijkrichtlijnen voor de behandeling van arteriële hypertensie:
Categorie
Rust minstens 30
Optimaal
minuten voordat u
de meting herhaalt.
Normaal
Hoog normaal
Neem de juiste
positie aan voor de
Graad 1 hypertensie
meting.
Graad 2 hypertensie
Denk hieraan
Graad 3 hypertensie
voor de volgende
Geïsoleerde systolische
meting.
hypertensie
Geïsoleerde systolische hypertensie worden geclassificeerd in graden
(1, 2, 3) volgens de systolische bloeddrukwaarden in de aangegeven
bereiken, op voorwaarde dat de diastolische waarden < 90mmHg zijn.
Bron: The European Society of Hypertension and European Society of
Cardiology Task Force Members. 2007 ESH-ESC Practice Guidelines for the
Management of Arterial Hypertension. J Hypertens 2007; 25: 1751-1762.
NL-9
Systolisch
Diastolisch
< 120 mmHg
en
< 80 mmHg
120 –129 mmHg en/of
80 –84 mmHg
130 –139 mmHg en/of
85 –89 mmHg
140 –159 mmHg en/of
90 –99 mmHg
160 –179 mmHg en/of 100 –109 mmHg
≥ 180 mmHg
≥ 110 mmHg
en/of
≥ 140 mmHg
en
< 90 mmHg

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis