Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Beschrijving Van De Functies - Makita RP1111C Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RP1111C:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
De freesdiepte instellen
► Fig.1: 1. Vergrendelknop 2. Zeskantstelbout
3. Aanslagblok 4. Stelknop 5. Aanslagstang
6. Diepteaanwijzer 7. Stelmoer van de aan-
slagstang 8. Sneltoevoerknop
1.
Leg het gereedschap op een vlakke ondergrond.
Zet de vergrendelknop los en beweeg het gereed-
schapshuis omlaag totdat het bovenfreesbit net de
vlakke ondergrond raakt. Zet de vergrendelknop vast
om het gereedschap te vergrendelen.
2.
Draai de stelmoer van de aanslagstang linksom.
Breng de aanslagstang omlaag tot deze de zeskantstel-
bout raakt. Lijn de diepteaanwijzer uit met de "0" op de
schaalverdeling. De freesdiepte wordt door de diepte-
aanwijzer aangegeven op de schaalverdeling.
3.
Houd de sneltoevoerknop ingedrukt en beweeg
de aanslagstang omhoog tot de gewenste freesdiepte
is verkregen. Een uiterst nauwkeurige instelling
is mogelijk door de stelknop te draaien (1 mm per
omwenteling).
4.
Door de stelmoer van de aanslagstang rechtsom
te draaien, kunt u de aanslagstang stevig vastzetten.
5.
Nu kan uw vooraf bepaalde freesdiepte worden
verkregen door de vergrendelknop los te zetten en
daarna het gereedschapshuis omlaag te brengen totdat
de aanslagstang de zeskantstelbout van het aanslag-
blok raakt.
Nylonmoer
LET OP:
Stel de nylonmoer niet te laag af. Het
bovenfreesbit zal daardoor gevaarlijk uitsteken.
De bovenste begrenzing van het gereedschapshuis kan
worden ingesteld met behulp van de nylonmoer.
► Fig.2: 1. Nylonmoer
Aanslagblok
LET OP:
Aangezien door buitensporig frezen
de motor overbelast kan worden of het gereed-
schap moeilijk te besturen kan zijn, mag de
freesdiepte niet meer dan 15 mm per werkgang
bedragen bij het frezen van groeven met een bit
van 8 mm diameter.
LET OP:
Bij het frezen van groeven met een
bit van 20 mm diameter mag de freesdiepte niet
meer bedragen dan 5 mm per werkgang.
LET OP:
Om dieper te frezen, freest u in twee
of drie werkgangen met een steeds lager inge-
steld bovenfreesbit.
Aangezien het aanslagblok drie zeskantstelbouten
heeft die per omwenteling 0,8 mm hoger of lager stel-
len, kunt u gemakkelijk drie verschillende freesdiepten
realiseren zonder de aanslagstang opnieuw te hoeven
instellen.
► Fig.3: 1. Aanslagstang 2. Zeskantstelbout
3. Aanslagblok
Stel de laagste zeskantstelbout in op de grootste frees-
diepte volgens de procedure beschreven onder "De
freesdiepte instellen".
Stel de twee resterende zeskantstelbouten in op minder
grote freesdiepten. De verschillen in de hoogte van
deze zeskantstelbouten zijn gelijk aan de verschillen in
freesdiepte-instelling.
Om de zeskantstelbouten in te stellen, draait u de zes-
kantstelbouten met een schroevendraaier of steeksleu-
tel. Het aanslagblok is tevens handig voor het uitvoeren
van drie werkgangen met een steeds grotere freesdiep-
te-instelling voor het frezen van diepe groeven.
In- en uitschakelen
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de trekkerscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten.
LET OP:
Zorg ervoor dat de asvergrende-
ling is ontgrendeld voordat u het gereedschap
inschakelt.
Een vergrendelknop is aanwezig om te voorkomen dat
de trekkerschakelaar per ongeluk wordt ingedrukt.
► Fig.4: 1. Vergrendelknop 2. Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, drukt u de vergren-
delknop in en knijpt u de trekkerschakelaar in. Laat de
trekkerschakelaar los om het gereedschap te stoppen.
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt
u eerst de trekkerschakelaar in en drukt u daarna de
vergrendelknop verder in.
Om het gereedschap te stoppen, knijpt u de trekker-
schakelaar in zodat de vergrendelknop automatisch
terugkeert. Laat daarna de trekkerschakelaar los.
Nadat u de trekkerschakelaar hebt losgelaten, treedt de
uit-vergrendelfunctie in werking om te voorkomen dat
de trekkerschakelaar wordt ingeknepen.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast
wanneer u het uitschakelt om de reactiekracht op
te vangen.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
Indicatorlampje
► Fig.5: 1. Indicatorlampje
Het indicatorlampje brandt groen wanneer de stekker
van het gereedschap in het stopcontact zit. Als het indi-
catorlampje niet brandt, kan het netsnoer of de regelaar
stuk zijn. Als het indicatorlampje brandt, maar het
gereedschap niet start ondanks dat het gereedschap
ingeschakeld is, kunnen de koolborstels versleten zijn,
of kan de regelaar, de motor of de aan-uitschakelaar
kapot zijn.
36 NEDERLANDS

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis