Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Functies Van De Display; De Verschillende Werkingsmodi - PEUGEOT E-vivacity Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für E-vivacity:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 31

FUNCTIES VAN DE DISPLAY

A. Snelheidsmeter
B. Indicator van de werkingsmodus
Het is niet mogelijk de werkingsmodus te wijzigen
wanneer de snelhei van het voertuig lager is dan 5 km/u
en het gaspedaal gelost wordt.
Tijdens het starten, na een druk op de startknop, moet u
de gewenste werkingsmodus selecteren.
U kunt de werkingsmodus wijzigen door meerdere malen
op de modusknop de drukken.
Iederen wijziging van de werkingsmodus wordt
gevalideerd door een of meerdere geluidssignalen en de
gekozen werkingsmodus wordt op het instrumentenbord
getoond.

De verschillende werkingsmodi

-Manoeuvreren : Deze werkingsmodus
die manoeuvers vergemakkelijkt,
beperkt de snelheid tot ongeveer 5 km/u
terwijl het gaspedaal ingedrukt wordt.
Gehele of gedeeltelijke reproductie of vertaling verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Peugeot Scooters
-Normaal : Deze werkingsmodus
beperkt de snelheid tot 45 km/u.
Deze modus is rechtstreeks toegankelijk
via een specifieke procedure.
-Economisch : Deze werkingsmodus
beperkt de snelheid tot ongeveer 25 km/
u.
-Achteruitversnelling : Deze
werkingsmodus beperkt de snelheid tot
ongeveer 3 km/u terwijl het gaspedaal
ingedrukt wordt.
Schema van de verschillende werkingsmodi
x1
x3
x1
x3
x1
x1
C.Laadindicator van de tractiebatterij
Tijdens de oplaadtijd licht het logo E van E-VIVACITY op,
de groene lampjes beginnen rond dit logo te draaien en
de lampjes van laadniveau knipperen één voor één,
afhankelijk van de hoeveelheid energie die in de
tractiebatterij opgeslagen is. Het bovenstje vakje van de
indicator van het laadniveau knippert zolang het laden
niet 100% is.
D.Indicator van het laadniveau van de tractiebatterij.
Het oplichten van de 10 vakjes duidt aan dat het opladen
voltooid is. Dit wordt aangeduid door 7 groene vakjes, 2
oranje vakjes en 1 rode vakjes.
De oranje vakjes en het rode vakjes geven de
energiereserve weer.
Wanneer de reserve bereikt is, knipperen de vakjes
onafgebroken en gaan ze vervolgens één voor één uit en
zorgen voor het stilleggen van het voertuig.
E. Teller autonomie
De teller voor de autonomie toont een schatting van het
aantal resterende kilometers aan autonomie. De
resterende autonomie wordt bij iedere stop geschat en
kan afnemen in functie van dalingen in de
omgevingstemperatuur, van het gewicht van de
getransporteerde lading en het gebruikstype.
< 2"
F. Indicator van de temperatuur van de tractiebatterij
Wanneer de temperatuur van de tractiebatterij te hoog is,
> 2"
lichten alle vakjes op.
De noodstrategie wordt toegepast, wij raden u aan het
voertuig stil te leggen totdat het afgekoeld is. Wij raden u
aan het voertuig door een erkende dealer te laten
controleren.
G.motortemperatuurmeter
Wanneer de temperatuur van de motor te hoog is, lichten
alle vakjes op.
x3
De noodstrategie wordt toegepast, wij raden u aan het
voertuig stil te leggen totdat het afgekoeld is. Wij raden u
aan het voertuig door een erkende dealer te laten
x2
controleren.
H.Indicator buitentemperatuur
De weergegeven temperatuur komt overeen met de aan
de voorzijde van het voertuig gemeten temperatuur.
Het "ijzelgevaar" symbool wordt weergegeven zodra de
buitentemperatuur minder dan 3°C bedraagt.
FR
GB
DE
IT
ES
NL
GR
SE
PT
FI
DK
7/14

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis