40
AANWIJZING:
Laad het apparaat opnieuw op, als de
batterij-indicator (afb. 1 / 3) op het apparaat
continu rood brandt.
> Valsensoren instellen
Uw zuigrobot herkent met behulp van 3 valsen-
soren zelfstandig vóór hem liggende afgronden
(afb. 2). De robot wijzigt daarna de rijrichting en
gaat in tegengestelde richting door met reinigen.
Lager gelegen vlakken, zoals bv. traptreden,
worden herkend en dus overgeslagen.
De gevoeligheid van de valsensoren kunt u als
volgt instellen:
WAARSCHUWING!
Test de correcte instellingen meerdere keren
in uw aanwezigheid, om door mogelijke
verkeerde instellingen beschadigingen te
voorkomen.
Zorg ervoor, dat de AAN/UIT-schakelaar op
1
positie 0 staat (afb. 11 / B).
Pas de stand van de schuifregelaars op de in-
2
stelling van de gevoeligheid van de valsensoren
aan de onderkant van het apparaat (afb. 1 / 12)
aan:
· Stand 0 (kleinste opening) bij lichte vloeren en
platte treden
· Stand 1 (afb. 12 / B) bij lichte vloeren en iets
hogere treden
· Stand 2 bij donkere vloeren en nog hogere treden
· Stand 3 (grootste opening, afb. 12 / A) bij donkere
vloeren en hogere treden
AANWIJZING:
Alle 3 schuifregelaars moeten dezelfde
instelling hebben. Als uw robot op donkere
vloeren voortdurend achteruit rijdt, moet u
stand 3 selecteren (grootste opening).
> Vloeren reinigen
AANWIJZING:
Als u laagpolig tapijt wilt reinigen, moet u
vooraf de ronde borstels wegnemen. Pak
daarvoor beide ronde borstels aan de
borstelharen beet en trek deze krachtig naar
boven weg (afb. 13 / B). Het apparaat kan
niet gebruikt worden op hoogpolig tapijt.
NL
Om het apparaat in te schakelen moet het
apparaat op de vloer worden neergezet en moet
de AAN / UIT-schakelaar op stand I worden gezet
(afb. 11 / A). → De beide buitenste LEDs knipperen
beurtelings. Het apparaat begint na ca. 8 secon-
den in de "toevalsmodus" in banen te rijden
(afb. 3 / A). Na ca. 1,5 minuten wisselt het apparaat
naar de "cirkelmodus" en rijdt in groter wordende
cirkels (afb. 3 / B). Zodra het apparaat in deze
modus op een obstakel stuit, gaat het apparaat
naar de "randenmodus" (afb. 4 / A), door ca.
2,5 minuten langs de randen van de te reinigen
ruimte te rijden. Daarna begint de cyclus vanaf
het begin met de "toevalsmodus" (afb. 4 / B).
AANWIJZING:
Als het apparaat bij een obstakel is vastgelo-
pen, geeft u het met de hand een lichte duw.
AANWIJZING:
Als het vermogen van het accupack minder
wordt, gaat de batterij-indicator (afb. 1 / 3)
constant rood branden en stopt het appa-
raat kort daarna. Als dit het geval is, piept
het apparaat iedere 60 seconden, zodat u
het gemakkelijker kunt vinden. (Indien het
accupack volledig ontladen is, wordt deze
piep-functie uitgeschakeld.) Schakel het
apparaat dan uit en laad het accupack op
> "Accupack laden" op pagina 39.
AANWIJZING:
Als u het ingeschakelde apparaat optilt,
worden de motoren na ca. 1 seconde zonder
contact met de vloer automatisch uitge-
schakeld. Het apparaat is dan echter niet
uitgeschakeld (blauwe LED brandt nog
steeds), maar start weer, zodra het op een
ondergrond wordt geplaatst.
Om het apparaat uit te schakelen moet u
de AAN / UIT-schakelaar op stand 0 zetten
(afb. 11 / B). → De LEDs gaan uit.
> Stofbak legen
Zorg ervoor, dat de AAN / UIT-schakelaar op
1
positie 0 staat (afb. 11 / B).
Grijp in de greep (afb. 7 / 5) en ontgrendel
2
daarbij het deksel van het compartiment
van de stofbak (afb. 7 / 1).
Neem het deksel van het compartiment van
3
de stofbak (afb. 7 / 1) van het apparaat weg
(afb. 14).
Neem het stofbakdeksel (afb. 7 / 2) weg
4
(afb. 15).
Trek de stofbak samen met het geplaatste
5
filter voorzichtig uit het apparaat (afb. 16).
Houd de stofbak met geplaatst filter boven
6
een vuilnisbak en scheid vervolgens de stofbak
van het filter. Klop beide delen zachtjes uit en
verwijder grovere vuildeeltjes met een droge
doek.
> Stofbak en filter reinigen
Neem de stofbak eruit en maak deze leeg
1
> "Stofbak legen" op pagina 41.
Spoel de stofbak met de hand onder stromend
2
koud of handwarm water grondig uit.
Spoel het filter met de hand onder stromend
3
koud of handwarm water grondig uit.
Laat beide elementen minstens 24 uur drogen
4
bij kamertemperatuur.
Plaats het filter zo terug in de stofbak dat het
5
kunststofrooster van het filter zichtbaar is.
Druk het filter stevig aan (afb. 17).
Plaats de stofbak met filter weer in het appa-
6
raat > "Stofbak en filter plaatsen" op pagina 41.
> Stofbak en filter plaatsen
Plaats de stofbak met geplaatst filter terug in
1
het compartiment van de stofbak (afb. 17).
Zet het deksel van de stofbak er stevig op, tot
2
dit voelbaar vergrendeld wordt (afb. 18).
Plaats eerst de voorkant van het deksel van
3
het compartiment van de stofbak zo dat de
3 nokken aan het deksel in de 3 hiervoor
bedoelde sleuven in het compartiment van
de stofbak grijpen. Druk het deksel van het
compartiment van de stofbak nu achter aan,
tot het hoor- en voelbaar vergrendeld wordt
(afb. 19).
NL
AANWIJZING:
Alleen als het deksel juist is geplaatst, kan het
apparaat later weer worden ingeschakeld.
> Accupack verwijderen
Gebruik het apparaat zo lang totdat het
1
accupack volledig leeg gelopen is en de
motor van het apparaat stopt.
Zet de AAN/UIT-schakelaar op positie 0
2
(afb. 11 / B).
Verwijder het deksel van het accucomparti-
3
ment krachtig (afb. 5 / OPEN).
4
Verwijder het accupack.
> Problemen verhelpen
Voordat u contact opneemt met onze klanten-
service of het apparaat naar de hoogo-klanten-
service stuurt, kunt u vooraf veel aanvullende
aanwijzingen voor oplossing en verhelping vinden
in het servicegedeelte van onze website:
www.hoogo.world/service
WAARSCHUWING!
Voordat u fouten gaat opsporen schakelt u
het apparaat uit. Gebruik nooit een defect
apparaat, een defecte oplader of een
defecte accu.
41