Andere functies
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
1
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SOUND) te drukken.
BAS (lage tonen) t TRE (hoge tonen) t
BAL (links-rechts) t FAD (voor-achter)
2
Regel het gekozen item door op een
kant van (SEEK/AMS) te drukken.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd.
16
De instellingen voor het
geluid en het
uitleesvenster wijzigen
De volgende instellingen kunnen worden
verricht:
•CLOCK (Klok) (pagina 7).
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 15).
•BEEP – schakelt de pieptoon in en uit.
•A.SCRL (Automatisch Rollen)* (pagina 18).
•D.INFO (Dual Information) om klok en
weergavestand tegelijkertijd (ON) of
afwisselend (OFF) weer te geven.
•M.DSPL (Bewegend Display) – om Motion
Display aan en uit te schakelen.
1
Druk op (MENU).
2
Druk herhaaldelijk op één van beide
zijden van (PRST/DISC) tot het gewenste
item verschijnt.
Bij elke druk op (–) van (PRST/DISC)
verandert het item als volgt:
CLOCK t CT t BEEP t A.SCRL* t D.INFO t
M.DSPL
* Dit verschijnt niet wanneer de radio af staat
of wanneer er geen cassette, CD of MD
speelt.
3
Druk op (+) van (SEEK/AMS) om de
gewenste instelling te kiezen (voorbeeld:
ON of OFF).
4
Druk op (ENTER).
Na de instelling verschijnt het
uitleesvenster voor normale weergave.