Montagehandleiding - Nederman 884 Bedienungsanleitung

1 Montagehandleiding
Zie Afbeelding 2.
De slanghaspel kan aan de muur, het plafond of op de
grond gemonteerd worden. Maximale montagehoog-
te vanaf de vloer: 4 m. Kies een vlakke ondergrond en
teken de boorgaten af met behulp van het meegele-
verde sjabloon. Pas de schroeven aan de ondergrond
aan. De schroeven moeten elk een belasting van 7600
N aankunnen.
Houd er bij het kiezen van de montageplaats rekening
mee dat de levensduur van de slang kan worden ver-
kort onder invloed van chemicaliën en sterke UV- en
warmtestraling. Gewicht, met slang: 28 - 30 kg
1.1 Slanguitloop
Zie Afbeelding 3 pos. A.
De uitloop van de slang kan in verschillende standen
gedraaid en vergrendeld worden. Kies een zodanige
hoek dat de slang minimaal knikt langs de uitlooprol-
len.
1.2 Aansluiting op het leidingsnet
Zie Afbeelding 3 pos. B.
Aansluiting op het vaste leidingnet. De haspel mag
uitsluitend met een aansluitslang (min. lengte 0.5 m)
op het vaste leidingnet aangesloten worden. Let op:
de slang door de ring* halen die vastzit aan de muur-
beugel. Controleer of de slang niet gedraaid is gemon-
teerd. Op het leidingnet moet een afsluiter worden
gemonteerd vóór de aansluiting op de haspel.
1.3 Vergrendelingsmechanisme
Zie Afbeelding 4.
De Hose Reel 884 wordt geleverd met een verg-
ren-delingsmechanisme, dat de slang blokkeert in de
gewenste uitgerolde stand. Het vergrendelings-me-
chanisme wordt losgekoppeld wanneer de slang iets
verder wordt uitgetrokken. De slang wordt vervolgens
op de trommel gerold, maar moet met de hand zo lang
mogelijk worden vastgehouden tijdens het oprollen.
1.4 Keuze van de slang
Bij het kiezen van een slang, zie afmeting en belasting
op het typeplaatje van de haspel. Zie ook .
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
De haspel heeft een gespannen veer die per-
soonlijk letsel kan veroorzaken. Lees de vol-
gende handleiding voor montage van de slang.
1.5 Slangaansluiting
Zie Afbeelding 5.
1 Monteer de haspel op de bedoelde plaats.
Hose Reel 884
2 Haal de slang door de uitloop van de haspel en
monteer het uiteinde van de slang aan het draai-
punt vast. Laat de slang languit op de grond liggen.
3 Maak de veiligheidshaak los.
4 Maak het vergrendelmechanisme los door de slang
lichtjes in de richting van de pijl te trekken. Laat
vervolgens de slang oprollen op de trommel.
5 Monteer de slangstop.
1.6 Instellen van de veerspanning
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Gebruik veiligheidshandschoenen.
Zie Afbeelding 6.
1 Rol de slang op tot de slangstop tegen de uit-
loop stopt. Trek de slang uit tot het vergrende-
lings-mechanisme. Schroef de slangstop en het
mecha-nisme dat aan de slang bevestigd is los.
2 Draai de trommel met de hele slang erop gerold: bij
verhoging van de veerkracht een omwenteling in
de richting van de zwarte pijl, bij vermindering van
de veerkracht, een omwenteling in de richting van
de blauwe pijl.
3 Bevestig de slangstop en het mechanisme weer
op de haspel.
4 Controleer of de gewenste slanglengte uitgetrok-
ken kan worden zonder dat de veer tot het uiter-
ste spant.
2 Onderhoud
Volgend onderhoud wordt regelmatig of minimaal
eens per jaar aanbevolen. Zie ook Afbeelding 7.
A Controleer de werking van de veer door te testen
of de slang goed oprolt.
B Controleer of de swivel- en slangkoppelingen niet
lekken. Vervang indien nodig de afdichting. Reinig
de swivel en koppelingen.
C Controleer of de slang heel is. Droog de slang af in-
dien deze geolied of vuil is.
D Controleer het vergrendelingsmechanisme van de
haspel.
E Controleer de bevestiging van de haspel aan de
muur of aan het plafond.
NL
39