Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8
NL
Koppelingsklasse
Nr. typegoedkeuring
D- Waarde
Max. massa aanhangwagen
Max. vertikale last

MONTAGEHANDLEIDING:

1. Demonteer overeenkomstig fig.1 het sleepoog. Het sleepoog wordt niet
herplaatst. Verwijder overeenkomstig fig.2 de metalen tankbescher-
ming. De bevestigingsbouten van de tankbescherming worden niet her-
plaatst. Neem de uitlaat t.p.v. het laatste ophangpunt los van het chas-
sis.
Langchassis:
Plaats en bevestig de bevestingssteunen 4 en 5 inclusief de vulstrippen
2, contraplaten 1 en bevestigingsmaterialen op het linker en rechter
chassis. De montage links wordt in fig.3 weergegeven. De montage
rechts is hier het spiegelbeeld van. Boor de twee achterste bevesti-
gingspunten overeenkomstig fig.4 ø12.5mm door het chassis en plaats
overeenkomstig fig.5 de contraplaatjes 3 inclusief bevestigingsmateria-
len. De bevestigingsteunen 4 en 5 dienen handvast te worden
geplaatst.
Kortchassis:
Plaats en bevestig de bevestigingssteunen 4 en 5 inclusief de vulstrip-
pen 2, contraplaten 1 en bevestigingsmaterialen op het linker en rech-
ter chassis. De montage links wordt in fig.6 weergegegeven. De monta-
ge rechts is hier het spiegelbeeld van. De voorste bevestingsgaten in de
platen 4 en 5 worden bij dit type voertuig niet gebruikt. Zie ook fig.7. De
bevestigingssteunen dienen handvast te worden geplaatst.
2. Plaats de dwarsbuis tussen de gemonteerde bevestigingssteunen 4 en
5 aangegeven in fig.7. en fig.8. Bevestig de dwarsbuis d.m.v. in de
schets aangegeven bevestigingsmaterialen. Herplaats de metalen tank
: F
: e11 00-2052
: 14.7 kN
: 3500 kg
: 140 kg
bescherming overeenkomstig fig.9. Hiertoe dient men de trekhaakbe-
vestigingsbouten t.p.v. A te demonteren en na het plaatsen van de tank-
bescherming te herplaatsen. De tankbescherming wordt op het dwar-
schassis d.m.v. het in fig.9 aangegeven bevestigingsmateriaal gemon-
teerd.
De middensectie bestaande uit de delen 7, 8 en 9 dient d.m.v. de in de
schets aangegeven bevestigingsmaterialen gemonteerd te worden.
Draai alle bouten en moeren overeenkomstig de tabel vast. Herplaats
de losgenomen uitlaatophanging. Voor de voertuigen met niet heldere
koplampglazen is het mogelijk om de uitlaat te verplaatsen d.m.v. plaat-
je 10 en twee bouten M8x30 inclusief veerringen. Voor de voertuigen
met heldere koplampglazen dient het afstandsrubber 11 volgens schets
aangebracht te worden.
BELANGRIJK:
* Indien op de bevestigingspunten een bitumen of anti-dreunlaag aanwe-
zig is, dient deze verwijderd te worden.
* Vergeet de veer- en sluitringen niet.
* Kwaliteit bouten 8.8 ; moeren 8, of indien anders vermeld in montage-
handleiding 10.9 / 10.
* Voor het max. trekgewicht en de max. toegestane kogeldruk van uw
voertuig, dient u uw dealer te raadplegen.
* Het is aan te bevelen om na ca. 1000 km (gebruik) de boutverbindingen
volgens tabel na te trekken of te controleren.
Aanhaalmomenten voor bouten en moeren (8.8):
M8 (8.8)
23 Nm
M10 (8.8)
46 Nm
M12 (8.8)
79 Nm
M12x1.25 (8.8)
95 Nm
M12 (10.9)
121 Nm
41 Nm (met zelfborgende moer)
© 330170/07-10-1999/4

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis