Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

DEDRA DESi201M Bedienungsanleitung Mit Garantiekarte Seite 35

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 37
Elke verontreiniging van het materiaal moet worden verwijderd omdat het bij
het lassen grote hoeveelheden gassen en oxiden vrijkomen en de lasprestatie
zal aanzienlijk worden verminderd.
Lassen
Het booglassen met de beklede elektrode bestaat uit het sluiten van de boog
tussen het einde van de elektrode en het materiaal van het gelaste voorwerp.
Het is een proces waarbij een permanente verbinding wordt verkregen door
het smelten van de elektrische boog van de beklede elektrode met en de
metalen componenten van de elektrodebekleding en het gelaste materiaal. De
elektrode wordt met de hand door de lasser verplaatst en in een bepaalde
hoek geplaatst. Er wordt een las gemaakt. Afhankelijk van het type elektrode,
produceert de elektrodebekleding een gaslaszone tijdens het lasproces en
beschermt deze tegen toegang van de atmosfeer. Er worden ook de
desoxidatie-elementen in het lasgebied geleverd en de vorming van een
slakbekleding gevormd.
Tot de basis-lasparameters behoren de intensiteit van de lasstroom (instelbaar
door de lasser met de knop voor het instellen van de stroom), de
boogspanning (door de lasser instelbaar met de elektrode afstand tot het
materiaal te regelen), de lassnelheid (door de lasser, vertraging of versnelling
van handmatige elektrodetoevoer) en de diameter de elektrode en zijn positie
ten opzichte van de las.
Om voornoemde redenen is het verloop van het lasproces sterk afhankelijk
van de kennis, ervaring, vaardigheden en laspraktijken.
Het wordt aangeraden voor minder ervaren operators om lasproeven op
onnodige stukken materiaal uit te voeren.
Voor aanvang van de werkzaamheden moeten alle hierboven beschreven
activiteiten worden uitgevoerd. Besteed bijzondere aandacht aan alle
elementen die met de veiligheid op het werk en de voorbereiding op de
werkplek, het reinigen van het te lassen materiaal en de voorbereiding van het
werktoestel zijn verbonden.
Verbind de stroomdraden met de lasser volgens de polariteit van de fabrikant
van de elektrode, steek de stekker in het stopcontact (schakelaar knop moet in
de uit-stand staan), plaats de klem op het te lassen materiaal en plaats de
elektrode in de houder. Schakel de lasser in en stel de vereiste lasstroom met
de draaiknop in. Sluit de boog door de elektrode met het materiaal en de
elektrode te verbinden en de elektrode tot een afstand te heffen waardoor de
boog kan worden behouden of door de elektrode met het oppervlak van het
object te wrijven. De boog wordt altijd in de laszone gesloten die moet worden
toegepast. Voer het lasproces uit. Reinig na het lassen de las en verwijder de
restanten van de slak met een hamer. Plaats geen nieuwe steek op een
ongezuiverd oppervlak.
11. Lopende onderhoudshandelingen
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de
stekker uit het stopcontact is genomen.
Controleer telkens de technische staat van het lasapparaat. Controleer of de
elektrische kabels werken en geen tekenen van mechanische schade
vertonen. Controleer beide houders. Controleer de staat van het netsnoer. Als
onregelmatigheden worden geconstateerd, moeten worden verholpen.
Reinig bij elke gelegenheid, en in het bijzonder na het werk, de luchtinlaten
van de koelventilator van het systeem. Voer het met de perslucht uit.
Houd beide netsnoerhouders schoon. Houd het lasapparaat schoon en
onvervuild. Bewaar het lasapparaat in een droge ruimte zonder vocht.
Ontkoppel en rol de netsnoeren. Het gereedschap buiten bereik van kinderen
houden.
12. Selectie van elektroden
De keuze van de diameter van de beklede elektrode en het type voor het te
lassen materiaal is een zeer belangrijke parameter voor de correcte uitvoering
van lasproces. De diameter van de elektrode is van belang op de vorm van de
las en op de smeltdiepte. Het vergroten van de elektrodediameter bij een
constante stroom vermindert de smeltdiepte en vergroot de breedte van de
las.
De lengten van de elektroden zijn afhankelijk van de elektrodediameters en
zijn bijvoorbeeld: voor elektroden met een diameter van 2,5 mm; 250 - 300 -
350 mm, en voor elektroden met een diameter van 3,2 mm; 300 - 350 - 400 -
450 mm.
De volledige elektrode-eigenschappen staan in de technische specificaties
door de fabrikant. Deze karakteristieken informeren over alle gegevens:
elektrodemarkering, elektrodetoepassing, lasposities, type en intensiteit van
lasstroom
afhankelijk
van
de
elektrodeverbinding, noodzakelijke thermische behandelingen voor het lassen,
voorwaarden voor drogen en opslag van elektroden.
Markering van beklede elektroden volgens PN-EN 499 - "Lassen.
Lastmaterialen voor het lassen. Beklede elektroden voor handmatig
booglassen van niet-gelegeerd en fijnkorrelig staal. Markering" bestaat uit acht
symbolen, bv.
Naast normatieve markeringen bestaan ook eigen markeringen van
individuele elektrode fabrikanten.
booglassen afhankelijk van het beoogde gebruik van specifieke staalsoorten
worden ook volgens de normen geclassificeerd: PN-EN 757 op hoogwaardig
elektrodediameter,
polariteit
De beklede elektroden voor handmatig
staal,
PN-EN 1599 op hittebestendig staal, PN-EN 1600 op corrosie- en
hittebestendig staal.
Voor laswerkzaamheden met DESi201M kunnen de in de handel verkrijgbare
beklede elektroden van verschillende fabrikanten worden gebruikt.
Overschrijd de aanbevolen en toegestane elektrodediameters niet en
selecteer de juiste elektrodediameter om de las optimaal te vormen. Zorg
voor de juiste keuze van de bekleding of het type elektrode voor het type
materiaal dat moet worden gelast en het te maken las
13. Zelfstandig verhelpen van storingen
Vooraleer de storingen zelfstandig worden verholpen, ontkoppel het
gereedschap van de voeding.
PROBLEEM
De stroomindicator
brandt niet, de
ventilator werkt niet, er
is geen stroom aan de
uitgang.
De stroomindicator
brandt, de ventilator
werkt niet of werkt kort,
er is geen stroom aan
de uitgang.
De indicator (diode) van
de thermische
beveiliging brandt niet,
geen stroom aan de
uitgang.
De indicator (diode) van
de thermische
beveiliging brandt, geen
stroom aan de uitgang.
14. Aanvullende informatie
Graden van milieuvervuiling bij werk met het lasapparaat
Volgens PN-EN 60974-1 Booglasapparatuur deel 1: Las - energiebronnen,
worden volgende soorten vervuilende stoffen onderscheiden:
a) Vervuilingsgraad 1: Geen vuil of alleen droge, niet-geleidende vervuiling.
Vervuiling zonder betekenis.
b) Vervuilingsgraad 2: Alleen niet-geleidende verontreinigingen, soms echter,
geleidbaarheid veroorzaakt door condensatie.
c) Vervuilingsgraad 3: Geleidende verontreinigende stoffen of niet-geleidende
droge verontreinigingen die geleiden als gevolg van condensatie.
d) Vervuilingsgraad 4: Verontreinigende stoffen genereren permanente
geleiding veroorzaakt door geleidend stof, regen of sneeuw.
Graden van micro-milieuverontreiniging vastgesteld voor de bepaling van
slagwijdten en kruipwegen volgens 2.5.1 IEC 60664-1 (Begrippen en
definities, punt 3.40 pagina 13 volgens PN-EN 60974-1).
Volgens PN-EN 60974-1 en IEC 60664-1 de meeste laserenergiebronnen
staan in de derde categorie van overspanningen. Zij moeten worden
ontworpen voor gebruik onder omstandigheden van ten minste 3 graden
verontreiniging. Componenten of onderdelen met lucht- of oppervlakte-
isolatieafstanden die met
toegestaan als ze volledig zijn gecoat, verzegeld of ondergelopen in
overeenstemming met IEC 60664-1
15. Samenstelling van het toestel, slotopmerkingen
Met het apparaat worden geleverd:
1. Lasdraad met massahandvat - doorsneden 25 mm2, lengte 2 m (1stuk.), 2.
Lasdraad met klem - doorsnede 25 mm2, lengte 1,5 m (1 stuk), 4.
Beschermend masker (1stuk) + lasglas (1 stuk.), 5. Borstel met een hamer (1
stuk)
16. Informaties voor de gebruikers over het
verwijderen van elektrische en elektronische
van
apparaten.
(betreft particuliere huishoudens)
Het symbool op het product of in de gevoegde documenten
betekent dat de defecte elektrische en elektronische
producten niet bij het huishoudelijk afval mogen worden
weggegooid.
verwijdering, hergebruik of recycling van de componenten
berust op het leveren van het product bij de aangewezen inzamelingspunt,
waar het gratis worden aangenomen. Informatie over de locatie van de
inzamelingspunt van verbruikte apparatuur worden door de lokale overheden
bv. op hun websites gepubliceerd.
Het correcte verwijderen van het apparaat maakt mogelijk dat de waardevolle
onderdelen worden bespaard en de negatieve effecten op de gezondheid en
het milieu worden vermeden, dat door een onjuiste verwerking van afval zou
kunnen worden bedreigd.
Het niet correcte verwijderen van het afval veroorzaakt de oplegging van
boetes als in de relevante nationale wetgeving voorzien.
OORZAAK
OPLOSSING
Netsnoer is niet
Druk dieper de stekker
aangesloten of is
in het stopcontact,
beschadigd
controleer het netsnoer
Geen spanning in het
Controleer de spanning
stopcontact
in het stopcontact,
controleer de werking
van de zekering
Schakelaar beschadigd
lever het lasapparaat
naar de serviesdienst
Spanning anders dan
Steek de stekker in een
220-240 V
230 V ~ 50 Hz
stopcontact
Het apparaat bevindt
Schakel het apparaat
zich mogelijk in de
2-3 minuten uit en weer
noodmodus
Beschadigde of
Controleer beide
verkeerd aangesloten
kabels en aansluiting.
een of beide
Indien nodig
stroomdraden: de
vastdraaien of
elektrodehouder en de
vervangen
klemhouder
Thermische beveiliging
Laat het lasapparaat op
is geactiveerd
het elektriciteitsnet
aangesloten om af te
verontreinigingsgraad 2 overeenstemmen zijn
De
correcte
behandeling
in
koelen
tijdens
de
35

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis